Onderwijsmagazine

Mbo’ers combineren sport en studie in Landstede Topsport Traject

Van de 105 studenten die momenteel het topsporttraject volgen, zijn dit schooljaar actief in 21 verschillende sporten. Maar liefst 56 daarvan doen een opleiding Sport & Bewegen. Maar juist andere opleidingen – bijvoorbeeld Ondernemer Retail en Mediavormgeving – worden steeds populairder: ‘Niet alle topsporters willen na hun topsportcarrière ook iets in de sport doen. Zij kiezen steeds vaker voor iets dat ze, naast sport, ook leuk vinden’, zegt Nikki Oosterwijk.

Nikki is een van de drie topsportcoördinatoren – bij Sport & Bewegen zijn er nog twee – die binnen het LTT de afstemming sport en onderwijs coördineert.

Nikki Oosterwijk

Individueel leerplan

Binnen het LTT heeft elke topsportstudent een individueel leerplan. Een programma op maat waarin onderwijs en sport op elkaar zijn afgestemd. Dat is noodzakelijk, want trainingen en lessen zijn vaak op hetzelfde moment. Nikki: ‘Standaard afspraken zijn niet te maken: elke sport heeft zijn eigen trainingsintensiteit en elke opleiding heeft zijn eigen planning. En, het belangrijkste, elke topsportstudent is anders. De een kan bijvoorbeeld prima zelfstandig aan de slag voor bijvoorbeeld Engels, terwijl een ander juist veel moeite heeft met dat vak.’

Aansluiting

‘Hoewel er met het LTT veel kan, afwijken van de wettelijke minimum urennorm mag bijvoorbeeld, moet de student wel zorgen dat hij bijblijft, gemiste lesstof inhaalt, zijn opdrachten doet en daarover afspraken maakt met klasgenoten of docenten. Dat blijft zijn verantwoordelijkheid’, zegt Marc Spitse, coach en docent bij de opleiding Mediavormgeving.

Wat lastig kan zijn, is de aansluiting met medestudenten. ‘Die snappen dat topsportstudenten er soms niet zijn. Dat vertel ik ook gelijk aan het begin van het jaar. Wat ze niet weten is hoe het is om school en sport te combineren. Ze zien bijvoorbeeld niet dat je moe bent na een training’, zegt Elise Heideveld, coach en docent bij de opleiding Sociaal Werk. Ze merkt ook dat de overgang voortgezet onderwijs-mbo erg groot is: ‘Voor degenen die van het Centre for Sports & Education (CSE) komen, is het mbo een andere wereld.’

Stefan Westenbroek

Jarno Westerman

De was doen

Hoe ervaren de topsportstudenten zelf het LTT? ‘Het is wel zwaar’, zegt Jarno. ‘Je moet goed plannen. En als ik maandagavond na een wedstrijd om één uur ’s nachts thuis ben en de volgende ochtend weer in de winkel sta voor mijn stage, is dat niet altijd leuk.’

Stefan Westenbroek (17), schaatser bij RTC Oost en tweedejaars student Sport & Bewegen, vindt vrienden ook belangrijk: ‘Die heb ik nodig voor na het schaatsen. Maar als ik mee uitga terwijl ik de volgende dag om acht uur training heb, is dat wel moeilijk.’

Moon Pondes (19) is student Onderwijsassistent en keepster van het PEC-vrouwenteam én het beloftenelftal. Ze woont sinds haar zestiende op zichzelf. ‘Als ik rond zeven uur thuis ben moet ik nog koken en de was doen. Ook het spelen in twee teams kost veel tijd. School schiet er dan vaak bij in. Dat haal ik dan in de vakanties in.’

 

Eigen regie pakken

Dat de combinatie sport en studie veel vraagt van studenten, ziet Nikki ook. Het is daarom belangrijk dat er contact is tussen topsportstudent en topsportcoördinator, zodat we knelpunten kunnen bespreken en wij als topsportcoördinatoren de student kunnen coachen in het pakken van eigen regie.’

Zowel de coaches als de studenten zijn blij met deze aanpak. Stefan: ‘Je stuurt een appje, spreekt elkaar in de gang en het is geregeld.’ Dat je een ‘band’ opbouwt, vindt hij ook prettig: ‘De topsportcoördinator weet wat er speelt, zij kent de studenten.’ Jarno vindt het fijn dat hij aan kan geven als het te veel wordt: ‘Ik kom bijvoorbeeld niet aan mijn stage-uren. Daar wordt dan een oplossing voor gezocht.’

Ook Henk Brugge, onderwijscoördinator bij PEC Zwolle, is enthousiast over de communicatie: ‘Ik heb wekelijks contact met Nikki over de voetballers. Afspraken maken we heel snel. Dat werkt goed.’

Nikki: ‘Een goede samenwerking met de opleidingscoaches en de aanspreekpunten vanuit de sport is belangrijk. Hierdoor kunnen we een optimaal traject wegzetten en sneller ingrijpen, bijvoorbeeld bij te veel verzuim.’ Marc beaamt: ‘Het helpt studenten enorm dat er iemand is die hen aanspreekt op hun verantwoordelijkheden. Dat ze weten dat ze gezien worden.’

 

Henk Brugge

Vorig schooljaar

Hoewel het LTT sinds 2000 bestaat, is deze nieuwe werkwijze met korte lijnen er pas sinds vorig jaar. Daarvoor had de topsportcoördinator vooral een adviserende rol en sprong zo nodig in. Nikki: ‘Dat de topsportcoördinator nu een proactievere rol heeft en bij de meeste Landschappen ook de topsportregistratie doet, scheelt de coaches en administraties veel werk en zorgt voor meer structuur.’

Balans

Ondanks het LTT kunnen studenten uitvallen. ‘Dat risico blijft er altijd’, zegt Marc. Elise herkent dat: ‘Daarom moet je de balans sport-opleiding voortdurend in de gaten houden. Sport gaat vaak voor, de opleiding kan dan bijzaak worden. Of een student gaat bij een club elders in het land spelen, dat gebeurt ook.’

Bij Stefan kan dat komend jaar al zo zijn: ‘Als commerciële schaatsteams mij benaderen, moet ik dagelijks trainen en waarschijnlijk verhuizen. Dan heb ik een baan en is het de vraag of ik nog tijd heb voor school.’ Bij PEC is dat niet aan de orde, zegt Henk resoluut. ‘Wie bij PEC voetbalt moet minimaal een startkwalificatie halen om met onderwijs te stoppen. Wij vinden het maatschappelijke deel net zo belangrijk als het voetbaldeel.’