Wandel door de poort van het voormalig militair complex in Harderwijk, knipper een paar keer met je ogen en je waant je op een kazerneterrein in vol bedrijf. Met een enorme sporthal, een uitgebreide sintelbaan en uiteraard een stormbaan met een klimtoren en andere pittige hindernissen. Her en der oefenen studenten in legergroen.
Goed, de gebouwen zijn wat gedateerd. En het oogt niet per se sfeervol of gezellig. Maar als locatie voor Veiligheid & Vakmanschap is het een ideale uitvalsbasis. Op de plek waar ooit tennisbanen lagen is een compound ingericht met een uitkijkpost, road blocks, militaire voertuigen en andere stoere obstakels. Echter dan dit kan bijna niet.
Het moment voor deze reportage, aan het einde van het eerste studiejaar, is niet zomaar gekozen. Sportdocent Dave van der Maat (links) liet per mail al weten dat er een gecombineerde sportles en militaire training gepland stond. Een en ander houdt verband met de bikkelbivak die plaatsvindt. Dat is de afsluiting van het eerste schooljaar. Alle eerstejaars gaan dan een paar dagen op pad en moeten in teams moeilijke opdrachten uitvoeren. Vanaf het allereerste moment dat ze op school kwamen is al aan die week gerefereerd, vertelt Dave. ‘Dat doen we doelbewust zodat ze spanning opbouwen. Ze weten niet helemaal wat er tijdens de bivak gaat gebeuren en dat geeft een echt sfeertje. Daardoor zijn ze extra alert en bereid tot meer samenwerking. Dat zul je vandaag ook wel gaan merken.’
Dave laat een filmpje zien dat hij zojuist ook aan een groep van veertig studenten heeft getoond. ‘Ja, zelf in elkaar geknutseld met foto’s van een vorige bivak. Je ziet een klimtoren en heel veel oefeningen in het water. Het ziet er heel heftig uit. Het mooie is: alles wat er in het filmpje gebeurt, gaan we juist níet doen tijdens de bivak. Het is alleen maar bedoeld om de spanning nog verder op te voeren. Er komt helemaal geen water aan te pas; ze gaan dit keer allemaal opdrachten uitvoeren op het Beekhuizerzand, dat is een groot stuifzandgebied bij Harderwijk. Ja, mooi toch? Ze weten nog van niets, maar je ziet nu al strakke koppies. Zo van: Oe, wat gaat er allemaal gebeuren…’
Tijdens de bikkelbivak kunnen ze een speciale munt, de coin, verdienen, vertelt Dave. ‘Daar doen ze alles voor. Ze moeten heel goed samenwerken om de eindstreep te halen. Het mooie is dat we de ouders uitnodigen om hun zoon of dochter op te wachten bij de finish. Die staan dan bij school klaar met bloemen en cadeautjes. Studenten huilen, alsof ze zes maanden van huis zijn geweest. Ja, dat is prachtig om te zien. Ze maken in die paar dagen een enorme sprong in samenwerking. Dat moet ook, want dat hebben we nodig voor het tweede jaar.’
Dave zegt bewust we, want hij doet ‘t uiteraard niet in zijn eentje. Hij werkt onder meer samen met zijn collega Jordi van Leeuwen (op foto boven, rechts); een 40-jarige sergeant-majoor die de militaire instructies verzorgt. Jordi is gehuld in uniform, Dave draagt een zwarte sportbroek met daarboven een knalrode polo. Het contrast kan niet groter, maar ze vervullen dan ook andere rollen. Jordi leidt het trainingsprogramma met korte instructiemomenten.
Dave coacht in zekere zin vanaf de zijlijn. Maar wat gaan ze vandaag precies doen? Dave: ‘We hebben een uitgebreide oefening bedacht waarbij ze leren hoe ze in moeilijk gebied iemand kunnen verplaatsen op een brancard. Dat is immers onderdeel van hun werk. Eerst gaan ze aan de slag met zware rugtassen op de brancard. Die moeten ze stevig vastmaken met touwen. Daarna lopen ze een paar rondes en uiteindelijk zullen ze met de brancard een parcours afleggen, waaronder ook de stormbaan. Dat weten ze nu nog niet, maar het slot van de oefening is dat er een klasgenoot op de brancard gaat. Dan wordt het dus echt spannend.’
Tekst gaat onder de slider verder
Jordi stelt de veertig studenten op in zes rijen van zeven. Iedere groep een brancard. Met de teamleiders praat hij de opdracht nog wat verder door. Er wordt opvallend goed geluisterd, maar hier en daar ook wel wat gelachen. Zeker als het aankomt op stevige knopen aanleggen. Want daar heeft niet iedereen talent voor. Als even later alle rugtassen vast lijken te zitten, moeten de teams de brancards rechtop zetten en er hard mee schudden. Bij een groep zakken de tassen vrijwel direct naar beneden. Om in defensietermen te spreken: ongeschikt. Maar Jordi is mild. ‘Ik geef je vijf minuten en dan zit alles piekfijn vast. Aan de slag. En vraag bij andere teams om tips. Help elkaar.’
Na deze oefening moeten de zes teams met hun brancard de uitkijkpost in en daar 180 graden draaien zonder de brancard de grond te laten raken. Best ingewikkeld, zeker ook voor de kleinere studenten die de zware brancard boven hun hoofd de trap op moeten tillen. Daarna volgt een oefening waarbij alle teams door een tractorband moeten kruipen. Ze geven de rugtassen aan elkaar door. Dat gebeurt even verderop ook, bij de vrachtwagen waar ze onderdoor of overheen moeten. Het is flink klimmen, goed naar elkaar luisteren en – hoe mondig ook - niet iedereen mag het hoogste woord voeren. De teams met een echte leider hebben duidelijk voorsprong; daar is nauwelijks discussie of gekibbel.
Zonder pauze of eten en drinken zijn de studenten uren met elkaar in touw. De volgende oefening wacht alweer; ze moeten de stormbaan over. Hoge hindernissen, maar ook diepe kuilen. Gelukkig schijnt de zon niet al te fel, maar het voelt wel een beetje klam en benauwd. Aan de rode hoofden te zien is het behoorlijk aanpoten. Al tijgerend gaan de groepen door een zandbak met daarboven strak gespannen staaldraden. Normaliter al best een opgave, maar met die ‘rotbrancard’ erbij is het echt lastig.
Naarmate de ochtend verstrijkt, slaat de vermoeidheid toe. De aanwijzingen naar elkaar worden steeds bitser. Alle studenten hebben een uitstekende conditie - dat is onderdeel van deze opleiding - maar het neemt niet weg dat de energie opraakt. Net als het geduld trouwens. Als de eerste paar groepen de finish bereiken, ploffen ze in het gras neer. Een paar dames laten zien dat ze dikke zwarte sokken dragen. Prima bescherming tegen de harde houten randen van de hindernissen. Maar ook warm. Sommigen zitten wel op drie verschillende sporten, vertellen ze. Een aantal wil uiteindelijk bij de Luchtmobiele brigade, of misschien wel ‘gewoon de zorg in’. Opmerkelijk veel studenten doen ook vrijwilligerswerk, blijkt uit hun verhalen. In de zomer meehelpen als reddingswerker bij de KNRM, bijvoorbeeld. Sportief zijn, inzet leveren maar ook maatschappelijk betrokken zijn; dat past allemaal in het plaatje.
Er is maar even tijd voor uitpuffen en nahijgen, want Dave en Jordi hebben nog een laatste uitdaging in petto… De rugtassen mogen van de brancard af en een klasgenoot mag plaats gaan nemen. Wie gaan ze kiezen? Een paar dames melden zich als vrijwilliger. ‘Wij zijn lekker licht.’ Jordi waarschuwt de groepen dat dit een spannend onderdeel wordt, want nu mag de brancard onder geen beding de grond raken. ‘En als die valt, probeer je ‘m met je lichaam op te vangen. Je zet alles op alles.’ Een rugtas zegt geen au terug als je de touwen strak aansnoert, maar een klasgenoot heeft natuurlijk meer gevoel. Een van de ‘patiënten’ – een vrolijke vent met bovengemiddeld veel praatjes – ligt eerst heerlijk ontspannen op zijn rug te kijken naar zijn teamgenoten. Totdat hij de touwen stevig om zijn benen voelt knellen. ‘Hohoho. Zo is het wel genoeg.’
Jordi stelt een belangrijke vraag die de teams aan hun patiënt moeten voorleggen. ‘Voel je je veilig?’ Pas als iedereen met ja heeft geantwoord, kan een oefenrondje beginnen. Opeens is het allemaal nog veel echter. Je merkt het aan de interactie; de vermoeidheid lijkt even verdwenen. Opperste concentratie. De wandeling in snelle pas is prima te doen. Maar daarna moeten ze óók nog de stormbaan over... Daar zakt bij sommigen de moed diep in de schoenen. Niemand staat hardop te piepen of te klagen. Dat past niet bij deze opleiding. Maar erg veel puf hebben ze niet meer. En de zon is ook nog eens gaan schijnen. ‘Ik ga straks echt veel eten. Ik heb mega-trek’, zegt een van de brancarddragers in het eerste groepje. Zodra alle teams de eerste wand zijn gepasseerd, legt Jordi de oefening stil. Later zal hij de groep uitleggen dat iedereen te vermoeid is voor een veilig vervolg. En eerlijk is eerlijk; het blijft school, ze hoeven nog niet voor het echie.
Afgemat gaat de groep in het gras zitten. Jordi begint aan zijn nabespreking en vraagt net zolang door totdat in de antwoorden de belangrijkste les van vandaag voorbij komt. Hij vat het samen: ‘Jullie hebben wel gemerkt dat de samenwerking lastig wordt op het moment dat de vermoeidheid en de pijntjes gaan optreden. Dat is een heel normaal gegeven, want veel mensen richten zich dan alleen op zichzelf. Toch is dat niet goed voor het team. Want dan staat de groepsopdracht niet meer bovenaan je prioriteitenlijstje. Dus onthoud: ook al ben je moe, je rondt de opdracht met elkaar af en je blijft elkaar helpen, wat er ook gebeurt.’
De studenten krijgen nu een uur pauze om zichzelf op te frissen en wat te gaan eten en drinken. Dave en Jordi zijn goed te spreken over de oefening. Jordi: ‘Maar je zag de vermoeidheid toeslaan. Dat was het moment om te stoppen. Natuurlijk zoeken we een grens op, maar het moet wel veilig kunnen. Zeker als je echt iemand op de brancard hebt liggen.’
Dave vertelt dat hij nu vier jaar bij Landstede MBO werkt. De acht jaar daarvoor zat hij bij een ROC in Zuid-Holland, eveneens een VEVA-school. Daar begon hij na een loopbaan bij Defensie. ‘Heel eerlijk: een militaire training gaat nog veel verder. Maar we proberen wel de goeie sfeer mee te geven.’
Dat de opleiding in Harderwijk zo geliefd is, heeft zeker ook met de bereikbaarheid te maken, legt hij uit. ‘In de groep van vanochtend zaten zelfs studenten uit Zeeland. Die wonen hier op kamers. Of ze komen dagelijks met de trein. Bij de twee andere VEVA Zorg-opleidingen in Eindhoven en Leeuwarden liggen de scholen verder van het station af. Daar moeten ze nog een eind met de bus en dat willen ze niet.’
Jaarlijks selecteren Dave en zijn collega’s de nieuwe studenten uit de ruime hoeveelheid aanmeldingen. Zowel voor Niveau 3 als Niveau 4. ‘Er zitten er bij met een vwo-diploma op zak, die per se de opleiding hier willen volgen. Dat is ongekend. Het valt mij ook altijd op dat ze heel betrokken en vriendelijk zijn. Ze kiezen niet voor niets voor de zorg. Sterker nog: tijdens hun eerste stage moeten ze bij wijze van spreken de billen verschonen van dementerende ouderen. Je moet echt iets met de zorg hebben, anders haal je het niet. En daarnaast is er die militaire component die enorm aanspreekt.’
Jordi vertelt dat hij sinds 2,5 jaar bij Landstede MBO werkt. Voorheen was hij instructeur bij de Infanterie. ‘Ik vind het mooi om een degelijk militair programma neer te zetten. Je ziet dat alles valt en staat bij samenwerking en leiderschap. Ze moeten volhouden en ontwikkelen discipline. Dat zijn vaardigheden die je ook bij andere mbo-opleidingen leert, maar nergens op zo’n intensieve manier. De studenten willen uitgedaagd worden. Tegelijkertijd zijn ze nog jong en kunnen we niet het uiterste vragen. Ik ga niet drillen of schreeuwen tegen ze. We houden het leuk, zeg maar.’