Onderwijsmagazine

Normen en waarden waren vroeger duidelijker

‘Het is al bijna vijftig jaar geleden, dus ik ben wel het een ander vergeten. Maar ik woonde vlakbij school. De mavo stond goed aangeschreven. Er kwamen leerlingen uit de wijde omgeving. Zelfs uit Vollenhove, terwijl daar ook een mavo zat. Je had per leerjaar drie of vier grote klassen. 1a, 1b en zo verder. Alles ging heel goed samen; ik kan mij niet heugen dat er spanningen worden tussen leerlingen uit verschillende dorpen. Maar er waren wel verschillen, natuurlijk. Je had de meiden uit Genemuiden en die droegen bijna allemaal een rok. Of wacht… Nee in die jaren ook al wel een broek, denk ik. Nou ja, zulke verschillen bedoel ik.’

De meest populaire docent in die jaren was meester Hoekman. Hij gaf muziekles, vertelt Moorman. Zelf was hij ‘fan’ van mijnheer Van der Kooy. ‘Van der Kooy gaf scheikunde en je hoorde ‘m vaak lachen. Mijnheer Van Ommeren was ook aardig; een docent Engels die altijd in een spencer liep. En meester Wijnbergen, van wis- en aardrijkskunde - die kon trouwens heel goed orde houden. Een fijne leraar. Ik spreek ‘m nog wel eens in Zwartsluis, want hij wandelt graag. Je had ook mijnheer Koning natuurlijk, die gym gaf. Ja, als ik zo even bezig ben, komen die namen toch weer bovendrijven.’

‘Trots op dat we nog

een eigen school hebben’

Voor veel leerlingen was de klassenavond het hoogtepunt van het schooljaar, vertelt Moorman. ‘Ja, muziek, dans en spelletjes. Maar ook wel playbacken en toneelstukjes. Bij de oudste groepen werd al bier geschonken. Dat kon toen gewoon. Ik heb trouwens ook goede herinneringen aan Smit, de conciërge. Die kwam uit Hasselt. Hij had zo’n hokje waar hij in de pauzes flesjes cola en snoep verkocht. En vulkoeken voor 25 cent. In de pauze ging je vaak naar buiten, naar de grote boom bij de vijver. Daar hing je dan wat rond. Of binnen, waar je op de trappen mocht zitten eten. Daar deden ze niet moeilijk over. Maar er werd goed orde gehouden. Die normen en waarden waren toen toch duidelijker.’

Directeur Leenman, naar wie in Zwartsluis zelfs een straatnaam is vernoemd, was echt een bijzondere man, vertelt Moorman. ‘Hij had zijn kantoor bij de lerarenkeuken, meteen links van de ingang. Daar kon je ook cijfers opvragen en naar het rooster kijken. Ook mijnheer Elferink is later directeur geworden, die gaf altijd handenarbeid. Maar Leenman die stond ook op alle klassenfoto’s. Die werden altijd gemaakt in de hal, bij het aquarium. Hij was een intelligente man die ook inviel als er iemand ziek was. Franse, wiskunde, Nederlands, hij wist overal vanaf.’

Na de mavo is Moorman direct aan het werk gegaan als postbode. ‘Dat ben ik nog steeds; ik zit in mijn 43e jaar en ik maak nog wel even. Ja, mooi werk. Ik woon nog altijd in Zwartsluis en heb ook post gelopen in Hasselt en Belt Schutsloot. Zo kwam ik nog regelmatig oud-klasgenoten tegen met wie ik een praatje maakte. Dat heb je in deze regio: je kent elkaar. De oude school is er niet meer. Ergens is dat wel jammer. Maar we zijn er in Zwartsluis wel trots op dat we nog een eigen school hebben. Die mavo in Vollenhove bestaat al niet meer. Ja, dan is dit toch wel iets om dankbaar voor te zijn.’