Onderwijsmagazine

Pim Hulsman blikt terug op bijna veertig jaar Landstede Groep

De lange loopbaan van Pim bij Landstede Groep begon in 1984. ‘Na drie leerzame jaren in het vormingswerk bij Rotterdam, wilde ik graag weer terug naar het oosten, waar ik opgroeide’, vertelt Pim. ‘In 1984 werd ik aangenomen bij het Reformatorisch Instituut voor Vorming en Opleiding in Nunspeet. Dat fuseerde in 1995 met het Randmeer College in Harderwijk en werd in 1999 Landstede MBO.

Ik fuseerde mee en werd adjunctdirecteur en vanaf 2003 directeur. Eerst op het mdgo in Harderwijk, vervolgens op mbo Menso Alting en daarna ging ik weer terug naar Harderwijk, maar dan de technische poot.’ Aan mbo Menso Alting heeft hij zijn dierbaarste herinneringen. ‘Het liefst was ik daar gebleven, maar dat was niet mogelijk door de herinrichting van Landstede Groep, waarbij per school en afdeling één in plaats van twee directeuren werden toegekend.’

‘Inclusie is de reden waarom ik het onderwijs ben ingegaan’

Twee jaar geleden besloot hij zijn werk geleidelijk aan af te gaan bouwen. ‘Minder uren werken, minder verantwoordelijkheden, meer tijd voor mijn kleinkinderen en mijn hobby: de wandelsport. Daar past de directeursfunctie onvoldoende bij. Ik besloot om als zzp’er interim-opdrachten in het onderwijs te gaan aannemen.’ En zo geschiedde. Verschillende projecten kwamen al voorbij.

‘Tot juli was ik teamleider van zo’n dertig docenten op het Calvijn College Amsterdam, een voluit multiculturele school in Amsterdam.’ Hij lacht. ‘Als teamleider in het voortgezet onderwijs in de Randstad, dat had ik zelf niet zo snel bedacht. Maar toch: ik vind het geweldig! En dat komt omdat inclusie altijd mijn ding is geweest.’

Het is het stokpaardje van Pim. ‘Inclusie is de reden waarom ik het onderwijs ben ingegaan. Ik wilde iets meegeven aan anderen, noem het zendingsdrang. En daarbij nam ik mijn eigen geschiedenis mee. Ik kwam uit een gezin dat armoede kende. Het ging zover dat ik op zaterdagmiddag na sluitingstijd ongezien naar de bakker moest om overgebleven brood op te halen.

Ik durfde niemand meer mee naar huis te nemen, omdat het behang begon los te hangen. We hadden geen douche. Mijn kleding bestond uit afdankertjes van mijn broers. Je voelde dat het bij ons anders was dan bij anderen. Ik werd ook wel gepest. En zoiets doet wat met je. Maar ik kreeg er ook een drive van. Tijdens mijn werk vanaf mijn zestiende bij een bakker, deed ik in de avonduren havo en later de pedagogische academie. Mijn doel: er zijn voor anderen.’

Liefde voor de doelgroep

‘Inclusie heeft niet alleen met bijvoorbeeld huidskleur en gender te maken, maar ook met sociale omstandigheden’, stelt Pim. ‘Het gaat over erbij horen. Vroeger stond ik vanwege de sociale omstandigheden van het gezin waaruit ik kwam met 1-0 achter. In het vormingswerk had ik ook met zulke jongeren te maken. Bij Rotterdam werkte ik met randgroepjongeren.

Op het Reformatorisch Instituut voor Vorming en Opleiding in Nunspeet kwamen de jongeren terecht die bijvoorbeeld niet naar mts, meao of mdgo gingen. Het ging om de leerlingen die nu naar Entree of een gedeelte van mbo 2 zouden gaan. Als je niet wilde of kon leren, ging je naar vormingswerk. Dat had echter een minder goede naam. Een beetje een linksige organisatie waar maar wat geknutseld en rondgehangen werd.

Als reactie daarop begon het christelijk onderwijs ook met vormingscentra zoals dus het Reformatorisch Instituut, waar je ook echt vakken kon leren: boekhouden, koken, naaien, fotografie en je kon er bijvoorbeeld je middenstandsdiploma halen. Het concept was mooi, maar toch ging de boel weer op de schop en in 1984 ontstond het Kort Middelbaar Beroeps Onderwijs, wat later mbo niveau 2 is geworden. Ondertussen was mijn liefde voor deze doelgroep en mijn hang naar inclusie alleen maar groter geworden.’

Negatief gedrag omgebuigen

‘De kinderen op de school waar ik tot voor kort mijn interim opdracht had, staan met 2-0 achter’, vertelt Pim. ‘Ze spreken de taal minder goed, ze presteren minder op school, ze hebben te veel aan hun hoofd of om andere redenen sluiten ze niet goed aan.

Deze school gaat nu werken met het concept van de Transformatie School  van de onderwijssocioloog Iliass El Hadioui, die scholen in grote steden begeleidt die op deze manier op achterstand staan en met zijn methode goede resultaten bereikt. Hij raakt heel mooi de kern door de onlosmakelijke verbinding van de drie belevingswerelden te erkennen die de leerlingen hebben: de familiecultuur, de straatcultuur en de schoolcultuur.

Als je die verbinding beseft en gebruikt, kun je een klimaat creëren waarin de kracht van de straatcultuur afneemt. Dat betekent dat je als team en school glashelder bent en collectief de gekozen lijn volgt. Samen met de klas gaat de docent het gesprek aan met de leerling.

Het klinkt intensief, maar zo doen ze dat. Positief gedrag wordt gestimuleerd, negatief gedrag wordt omgebogen.’ Maar er is meer. ‘In deze methode is de manier waarop docenten samenwerken in het team minstens zo belangrijk. Gaat het goed, kunnen zij zich vinden in de werkwijze en in elkaar. Hoe is de sfeer bij de koffieautomaat?’

De kracht van inclusie

Als geen ander weet Pim hoe lastig het kan zijn om bepaalde leerlingen op een goede manier af te leveren aan de maatschappij. ‘Als ik op het Calvijn College vraag wat een leerling later wil worden, kan ik twee antwoorden krijgen. Sommigen gaan voor het profvoetbal. Anderen zeggen: “Meneer, ik kan u vertellen dat ik nu meer verdien dan u, u begrijpt het zeker wel.”

Je ziet schrijnende dingen. Kinderen van twaalf die door de oudere jeugd worden aangezet tot winkeldiefstal of om als drugskoerier te fungeren.’ Maar toch wordt hij er niet moedeloos van. ‘Wat ik waarneem in die wijk is dat winkeliers, de ouders en de buurtagent allemaal beseffen dat ze medeopvoeders zijn. Ook bij de supermarkt gaan ze er, zij het op een scherpe, duidelijke, maar toch ook heel pedagogische manier mee om. Zij weten hoe het werkt, zij komen er zelf vandaan. Kijk, en dat gaat door mijn ziel. Dat is de kracht van inclusie.’

‘Als school mag je onderscheidend zijn’

Hoe rijmt hij dit alles met het exclusieve mbo Menso Alting? Pim zoekt de balans. ‘Ik denk dat mensen en organisaties positie mogen innemen. Als school mag je zeggen: hier staan we voor, hier gaan we voor en wees welkom. Als het niet aansluit op jouw waarden, zoek dan vooral een andere school. Is dat exclusie, ja dat is exclusie. Is dat verkeerd? Nee, dat is het niet. Als school mag je onderscheidend zijn, of het nu zit in het onderwijsconcept, in religie of in ideologische grondslag. Als je maar geen mensen op andere gronden uitsluit.’

Pim rondt zijn loopbaan bij Landstede Groep af. ‘Ik stond overwegend aan het stuur, maar je springt steeds op een rijdende trein en je doet het samen. De directeur doet er toe, maar altijd aansluitend op de bestaande context. Je gooit balletjes op, je geeft hier en daar een duwtje, je trapt op de rem en zo maak je een beweging.’

Prachtervaringen

Hij heeft veel geleerd en veel kennis en ervaring opgedaan. ‘Landstede Groep heeft talentontwikkeling hoog in het vaandel staan, dat vind ik heel mooi. Er worden mogelijkheden gezien, gesprekken aangegaan en ruimte gegeven en je mag ook fouten maken als ze onderdeel van het leren zijn.’ En nu? ‘Ik blijf openstaan voor nieuwe dingen, nieuwe ontwikkelingen. Ik draag sinds september bij aan een onderdeel van het fusieproces bij de twee roc’s van Friesland. En daarna zie ik wel wat er op me afkomt.

Als je op deze manier werkt, doe je prachtervaringen op. Landstede Groep draait gewoon door. Zo gaat het in het leven. Je loopt met elkaar op en je neemt weer afscheid. En zo gaan we verder.’ 

Wil hij nog iets kwijt? ‘Ja, de inclusie. Ik hoop dat iedereen oog blijft houden voor die kinderen. En ook voor die collega, want het gebeurt ook binnen teams. En daarbij mag je best je eigen exclusieve standpunt innemen. Sterker nog, inclusie en exclusie horen bij elkaar, als de balans maar goed is.’ Hij staart in de verte. ‘Tsjonge. Dit zou ik veertig jaar geleden toch nooit bedacht hebben om het zo te zeggen.’

 

Pims loopbaan in kort bestek

1981 – Vormingswerk randgroepjongeren Ridderkerk

1984 – Reformatorisch Instituut voor Vorming en Opleiding in Nunspeet (fusiepartner van Landstede)

1989 – Adjunctdirecteur vormingswerk Nunspeet

1997 – Fusie vormingswerk en onderwijs: adjunctdirecteur Middelbaar Dienstverlenend

Gezondheidszorg Onderwijs MDGO; studie MBO bedrijfskunde

2003–   Directeur Landstede MBO Harderwijk

2008 – Directeur mbo Menso Alting

2016 – Directeur Landstede Harderwijk, acht landschappen waaronder Techniek & Innovatie

2021 – Interim- en projectmanagement en teamcoaching, voor onder andere Landstede Groep en ROC Friese Poort, en vmbo Calvijn College Amsterdam

2023 -   Vanaf september projectbegeleider examenorganisatie fusieproces 2 roc’s