Onderwijsmagazine

Hello: Eline Janssen, docent Nederlands

Wie ben je, wat doe je?
‘Ik ben Eline, 23 jaar en net afgestudeerd. Ik werk als docent Nederlands bij Landstede MBO in Raalte, waar ik ook een coachklas begeleid. Ik ben geboren in Staphorst, maar woon sinds drie jaar in Zwolle. Mijn moeder geeft ook Nederlands. Ze werkt net als mijn vader in het voortgezet onderwijs. Ja, blijkbaar zit ‘t in de genen.

Als kind was ik veel buiten. Ik kom uit een gezin met meerdere broertjes en zusjes. Elke avond speelden we samen op het pleintje. Acht jaar lang heb ik pianoles gehad en ik las ook veel boeken. Sport was niet echt mijn ding, maar sinds mijn studietijd doe ik aan bootcamp. Het is toch prettig om het hoofd leeg te maken. Goed voor de balans.

Ik ben christelijk opgevoed. Gereformeerd Vrijgemaakt. Dat is niet die ene hele zware kerk waar iedereen direct aan denkt bij Staphorst. Maar het was wel twee keer per zondag dienst en psalmen zingen. Toch kijk ik er goed op terug. Ik heb er ook vriendinnen aan overgehouden. Inmiddels woon ik samen met mijn vriend. Het is allemaal best snel gegaan. Toen ik de studie bij Windesheim afrondde, kregen we net bericht over ons huisje. Ja, heel soepel en voorspoedig. Bijna te gemakkelijk, hahaha.’

Hoe was je zelf als leerling?
‘Ik had altijd wel zin om naar school te gaan, vooral om mijn vrienden te zien. Mijn ouders werkten daar ook, dus het voelde heel vertrouwd. Ik was wel aanwezig in de les, maar ik haalde goeie cijfers. Hopelijk hebben docenten mij niet als irritant druk ervaren. Het zal wel niet. Ik was best gemotiveerd en had alles op orde.

Mijn moeder zat in een kinderboekenjury. Ze kreeg de nieuwste boeken thuisbezorgd. Geweldig vond ik dat. Lekker lezen. Nu heb ik daar minder tijd voor. Ik laat mij vooral bijpraten door mijn vader. Hij leest veel thrillers van Amerikaanse schrijvers. Eerlijk gezegd vind ik die leuker dan Nederlandse romans. Op het mbo is fictie lezen geen examenonderdeel. Maar als ik studenten iets gemakkelijks aanbeveel, dan toch die hele serie van De Zeven Zussen. Niet echt mijn smaak, maar het leest vlot weg. Beter iets, dan niets. Al is het de Donald Duck!’

Waarom koos je voor het onderwijs?
‘Ik wilde niet per se hetzelfde als mijn ouders. Maar ik zag wel hoe leuk het was. Ze zaten vaak samen aan de keukentafel na te kijken of toetsen te maken. Mijn moeder is heel creatief in het verzinnen van opdrachten. Soms hielp ik mee bij het nakijken. Dat goede gevoel is daar wel ontstaan…

Leren grenzen stellen

Ik heb na de havo eerst een jaar Toegepaste Psychologie gedaan. Best aardig, maar veel te breed. Uiteindelijk trok toch die Lerarenopleiding Nederlands. Vooral het lesgeven spreekt mij aan. Betekenis geven aan de lesstof. Dat kan ik best goed, merk ik. Uitleggen waarom het juiste gebruik van d’s en t’s belangrijk is. Ik geef bijvoorbeeld les aan onderwijsassistenten in opleiding. Die moeten later ook foutloos een verslag kunnen inleveren. Anders word je niet serieus genomen. Ik sluit niet uit dat ik ooit ook andere vakken ga geven. Maar ik wil eerst ervaring opdoen.’

Wat is ervoor nodig om dit eerste jaar te laten slagen?
‘Die lessen Nederlands gaan wel lukken. Het coachen kost mij meer aandacht. Tijdens de opleiding is het woord mentorlessen één keer gevallen. Iets meer oefening was best fijn geweest. Wat bespreek je in zo’n les. Hoe vaak zoek je contact. Van die dingen. Dat moet je nu met hulp van collega’s uitzoeken.’

Wat wil je dolgraag leren van ervaren docenten?
‘Nou ja, dat dus: een coachklas begeleiden. Maar ook hoe je voor jezelf de grenzen stelt. Donderdag is bijvoorbeeld mijn vrije dag. Ik vind het lastig om dan niet op mailtjes en berichtjes te reageren. Dan denk ik: ach, die ene minuut maakt niet uit. Toch is het niet goed, want ik kan best piekeren over dingen. En dan gaat er iets in je hoofd zitten waar je de hele dag mee bezig bent. Van ervaren docenten hoor ik dat ze in hun vrije tijd vaak de telefoon uitzetten. Vandaag ben ik er even niet. Dat lukt mij nog niet, maar wie weet…’

Wat kunnen zij misschien van jou afkijken?
‘Ook oudere collega’s weten best veel over alle digitale middelen, valt mij op. Maar vers van de opleiding ken je toch allerlei nieuwe tools. Daar kan ik dan over vertellen. Daarnaast ben ik vrij nuchter. Ik kan goed doorpakken. Niet steeds op dingen terugkomen en eindeloos herhalen. Meer zo van: hup, hak die knoop door. Studenten vinden dat ook fijn. Je helpt elkaar verder. Ik weet echt niet alles beter en stel mij heel open op. Maar wat ik vertel, nemen zij graag van mij aan. Dat gaat vanzelf.’

Wat doe je allemaal om ‘een beetje fris’ te blijven?
‘Ik volg docenten op Instagram die goeie suggesties aandragen. Shauna Plompen van de pagina Blijven Leren, bijvoorbeeld. Maar ik ben ook lid van een Facebookgroep voor docenten Nederlands. Je kunt online bijna dagelijks nieuwe werkvormen vinden. Dat bespaart veel energie. O dat is leuk, even opslaan. Studenten lopen niet bepaald warm voor alle taalregeltjes. Op deze manier zoek ik nieuwe invalshoeken.’

‘Waardeer mbo'ers’

Welke hobby of passie komt jou als docent goed van pas?
‘Spelletjes spelen. Daar ben ik gek op. Ik gebruik die veel in mijn lessen. Raadsels, woordcombinaties, een aangepast Ganzenbord over onze taal – noem maar op. Er zijn veel toepassingen mogelijk. Ik kom er niet altijd aan toe, maar in een mentoruur gebruik ik spelletjes als energizer. Of als ik een keer vijf minuten over heb. Jongens, even een taalraadsel, even iets anders. Dat werkt altijd.’

Wat zou je schrijven in een brief aan de minister van onderwijs?
‘Ik zou willen dat mbo’ers serieuzer worden genomen. Ze zijn zo belangrijk voor de maatschappij, maar krijgen niet dezelfde waardering als hbo’ers. Dat verschil zou niet zo groot moeten zijn. In beide gevallen praat je over jongeren die onmisbaar zijn voor onze samenleving. Waardeer ze dan ook. Stop met praten over leerlingen. Noem hen consequent studenten.’

Wat vind je prettig aan deze coronaperiode?
‘Toch dat online onderwijs. Je wordt gedwongen om anders naar je lessen te kijken en de opzet aan te passen. Het verhaal van Microsoft Teams is bekend: zonder corona was je in korte tijd nooit zo ver gekomen. Ik zie het digitaal werken als een waardevolle aanvulling en soms zelfs verbetering. Kijk naar oudergesprekken of evaluatiegesprekken bij stages; je kan elkaar zien en spreken en hebt snel contact zonder al die reistijd. Dat is een groot voordeel.’

Wat is je lijfspreuk?
‘Ik heb niet echt een leus die alles samenvat. In mijn woonkamer hangt wel een poster met witte letters op een zwarte achtergrond. De tekst is: Komt goed. Die heb ik van mijn moeder gekregen. Heel simpel, maar helemaal op mij van toepassing. Zo’n eerste jaar is wennen en hard werken. Soms schiet ik in de stress. Maar als ik die poster zie, word ik rustig.
Ook mijn geloof zorgt voor vertrouwen. Ik hoef het niet allemaal zelf te doen, want er is iemand die voor mij zorgt... Ja, kleine dingen kunnen je soms flink bezig houden. Dan zit ik met mijn vriend op de bank, na zo’n drukke dag en dan kijk ik even schuin omhoog naar die poster. Niet zo piepen Eline, het komt goed, denk ik dan…’

Oproep

Zit jij als docent aan het begin of aan het einde van je loopbaan? En werk je bij een opleiding of school die onderdeel is van Landstede Groep? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Neem contact op via redactie@zinmag.nl of bel/app 0628364207.