Onderwijsmagazine
Onderwijsmagazine
Mbo’ers die naast hun opleiding een eigen bedrijf hebben, dat is best pittig. Maar dat het kan, bewijzen Robbert Jonkers (21), Jort Hettinga (17) en Cas de Kruif (18). Alle drie combineren ze hun Landstede MBO-opleiding met het ondernemerschap. Om de studentondernemers te helpen, is er een speciale regeling: de Topondernemersregeling. Robbert profiteert er sinds afgelopen zomer van.
‘De Topondernemersregeling (TOR) is er voor die studenten die hun bedrijf naar een hoger plan willen tillen en tegelijk hun diploma willen halen’, vertelt Jordy Lugtenberg, TOR-coördinator bij Landstede Groep. ‘Dankzij de TOR kan de student zijn studie beter combineren met het ondernemerschap. Kun je bijvoorbeeld niet naar het examen rekenen vanwege een bijeenkomst, dan mag je dat examen later inhalen. Of als je – zoals Jort en Robbert – vaak’s nachts werkt, mag je later beginnen.
Jordy Lugtenberg
Robbert (laatstejaars Medewerker Marketing & Communicatie) is dj, producer en evenementenorganisator. Sinds anderhalf jaar is hij eigenaar van Bobbey. Erika Schoen, Robberts coach, is trots op ‘haar’ student: ‘Robbert is erg enthousiast. Na niveau 2 en 3 doet hij nu niveau 4. En ondanks een ingrijpende gebeurtenis in zijn privéleven, pakt hij door.’ Haar enthousiasme over Robbert is wederzijds: ‘Erika is erg meedenkend en geeft mij vertrouwen.’ Na een korte pauze: ‘Eigenlijk is dat ook waar de TOR voor staat: een labeltje bij je naam dat aangeeft dat school vertrouwen heeft in jou als ondernemer.’
Erika Schoen
Erika is ook blij met de TOR: ‘Ik denk altijd in mogelijkheden. Dat betekende dat we soms even buiten de lijntjes kleurden. Robbert kreeg dan vrij terwijl hij daar eigenlijk geen recht op had. Nu hij stage loopt, zie je de meerwaarde van de TOR. Om hem niet wekelijks zeventig uur te laten werken, hebben we bedacht dat Robbert zijn kernvakken kan examineren op zijn stageplek, waardoor hij zijn tijd fifty-fifty verdeelt tussen het stagebedrijf en zijn eigen bedrijf. Een gave combi toch?’
De Topondernemersregeling
Om als studentondernemer voor de TOR in aanmerking te komen, doorloop je een aantal stappen:Je neemt contact op met de TOR-coördinator.
Je hebt een kennismakingsgesprek met de TOR-coördinator en eventueel je De TOR-coördinator kijkt of je voldoet aan de drempelvoorwaarden: KvK-inschrijving, btw-nummer, jaarcijfers, enkele betalende klanten en omzet draaien (€ 7.500,- tot nu toe). Al is de laatste voorwaarde geen ‘harde’ eis: als starter kun je daar niet altijd al aan voldoen.
Je levert de bewijslast aan voor de genoemde drempelvoorwaarden.
Je ondertekent – samen met je coach – de overeenkomst. In de overeenkomst staan de gemaakte afspraken (op maat), bijvoorbeeld over wanneer je lessen mag missen. Ook de contactmomenten zijn opgenomen: tussen jou en je coach en tussen jou en de TOR-coördinator. Uitgangspunt is dat de coach faciliteert, de TOR-coördinator monitort. De overeenkomst geldt voor één schooljaar, daarna maak je opnieuw afspraken.
Heb je nog vragen? Dan kun je altijd terecht bij de TOR-coördinator: hij kan je koppelen aan een adviseur van bijvoorbeeld Kennispoort Regio Zwolle, een organisatie die ondernemers helpt en samenwerkingspartner is van Landstede Groep. Deze adviseur kan je bijvoorbeeld helpen met aanscherpen van je businessplan.
Robbert Jonkers
Jort (tweedejaars Medewerker Evenementenorganisatie) is sinds najaar 2019 mede-eigenaar van Spleen Events, dat jongerenevenementen organiseert met een storyline. Helaas gooide corona roet in het eten: na een succesvol eerste evenement vorig jaar november, moest Spleen Events dit voorjaar het tweede annuleren.
Dat zowel hij als Robbert actief zijn in de muziek- en evenementenwereld, is niet toevallig. ‘Het sluit aan bij onze belevingswereld en instappen in die branche is niet moeilijk. Met een klein budget kun je al snel iets organiseren’, zegt Robbert die op zijn zestiende wat mensen ontmoette en zo het dj-en inrolde. Ook Jort kwam via-via met dat vak in aanraking.
Jort Hettinga
Cas de Kruijf (laatstejaars Junior Accountmanager) is van jongs af aan een rasechte verkoper. Zo bood hij – tegen een percentage van de winst – spullen van anderen aan op Marktplaats en verkocht hij eieren die hij bij een boer haalde. Hij werkte in diverse supermarkten, maar was daar op zijn zestiende wel klaar mee. ‘Omdat ik goed kon praten, koos ik voor telemarketing.’ Hij had talent en mocht al snel als trainer aan de slag: ‘Begeleidde ik ineens als 17-jarige meer dan 100 mensen.’
Inmiddels heeft hij zijn eigen telemarketingbedrijf, Kruijf Advies Op Maat. Hij werkt samen met een groot telemarketingbedrijf en een online platform dat mensen helpt besparen. ‘In de telemarketingwereld gaat veel geld om. Vooral als je mensen voor je hebt werken, verdien je veel. Daarom ben ik ook ondernemer.’ Maar het personeelsverloop is groot: ‘Heb je mensen net ingewerkt, stoppen ze weer. Hoe dat kan? Het bellen is zwaar, maar het is ook een business van jonge mensen. Dertigers en veertigers spreekt dat minder aan.’
Daarom wil Cas het anders aanpakken: ‘Ik wil die doelgroep aanspreken door hen vanuit huis te laten werken wanneer het hen uitkomt. En ik wil ervoor zorgen dat ze er meer, een modaal inkomen, aan overhouden. Dat maakt het leuker.’
Cas de Kruijf
Een eigen bedrijf naast je studie is wel hard werken. Cas werkte pre-corona twee dagen per week naast zijn studie, nu in coronatijd zijn dat er vier. Robbert besteedt een volle week – voor corona soms 60 uur – aan zijn bedrijf. Jort had het vooral dit voorjaar erg druk: ‘Met evenementen, een verhuizing en mijn bijbaantje bij een restaurant.’ Nu loopt hij stage, die kan hij flexibel invullen: ‘Ik kan vrij nemen wanneer nodig.’
Maar ook dingen opgeven hoort erbij. Dat is soms moeilijk, vindt Robbert: ‘Ik ga minder vaak uit met vrienden.’ Ook stress is de studentondernemers niet vreemd. ‘Je moet voor het evenement over alles goed nadenken’, zegt Jort. ‘Heeft iemand een tandenstoker nodig of gaat iemand out: dat moet jij oplossen.’ Robbert herkent dat. ‘Je moet altijd honderd procent presteren, jij bent eindverantwoordelijk. En de ene keer verdien je niets, de andere keer heel veel.’ Die wisselende inkomsten zijn voor hem ook de reden dat hij professioneler wil opschalen om een passief inkomen te realiseren.
Aan ambitie geen gebrek. Robbert filosofeert: ‘Bobbey is een opstapje. Horeca, vastgoed, kleding en online e-commerce vind ik ook interessant. Kort gezegd: voor onze generatie en de generatie die na ons komt, zijn werk en genieten niet twee aparte dingen. Genieten kan ook voor je pensioen. Die levensstijl wil ik naar buiten brengen via een community die ik om mij heen bouw. Het dj-en is daarbij het format om iets teweeg te brengen.’
Cas wil zich in de verdere toekomst op vastgoed richten, als makelaar en met de verkoop van verzekeringen en hypotheken. Daar gaat veel geld in om.’ Jort wil dat Spleen Events een begrip wordt doordat wij allerlei activiteiten organiseren voor jong en oud.’ De jongens gaan het daarom serieuzer oppakken, te beginnen met de organisatiestructuur. Binnenkort gaan we daarvoor naar de Kamer van Koophandel.’
Jordy hoopt dat meer studenten van de TOR gebruik gaan maken. Cas heeft er inmiddels met hem over gesproken, Jort denkt er nog over na. Al is het ondernemerschap niet voor iedereen geschikt. ‘Als ondernemer moet je flexibel zijn en inzet, interesse en initiatief tonen, stelt Jort. ‘En een goede babbel hebben, jezelf laten zien’, vult Robbert aan. ‘Ja, een netwerk is key, beaamt Jort. ‘Maar het allerbelangrijkste is dat je plezier haalt uit wat je doet’, concludeert Robbert. Cas herkent dat: ‘Door mijn werk krijg ik zoveel energie en ideeën.’
Meer weten?
Heb je vragen over de TOR of ken je een student die hiervoor in aanmerking komt? Stuur een e-mail naar Jordy Lugtenberg ondernemend@landstedegroep.nl
