Nabil blijkt een enthousiast verteller: tijdens zijn levensreis werkte hij als architect, wiskundedocent en bedacht daarna Maatje op Maat vanuit intuïtie en professionele empathie om jongeren op weg te helpen die meer aandacht nodig hebben.
‘Het geheim van mijn werkgeluk schuilt in de ontroering die ik bijna dagelijks voel’, vertelt Nabil. ‘Wanneer ik een student die ergens mee worstelt in beweging breng, aan het denken zet, ideeën aandraag, aandacht geef vanuit liefde en betrokkenheid en ik zie het kind opbloeien, dan ben ik ontroerd. Daar doen we het voor in deze christelijke organisatie, die Landstede Groep heet.’
Nabils levensreis begint in Jeruzalem. Daar werd hij op 15 november 1955 geboren. Op zijn achttiende vertrok hij naar Griekenland waar hij architectuur studeerde. Via Engeland waar hij zich specialiseerde in restauratie, en een baan als docent architectuur in Nablus, de West Bank, kwam hij in ’86 naar Nederland. Vanwege politieke redenen: ‘Palestijnse architectuur, het bewijs van het eeuwenoude bestaan van mijn volk in historisch Palestina, beviel Israël niet en zo heb ik de “boog”, het symbool van onze gebouwen gebroken achter me gelaten. Maar de strijd heb ik nooit opgeven. Ik ben blijven zoeken naar vrede via mijn stichting Vrede voor Palestina.’
Nabil zocht een veilige haven en vond die in ons land: ‘Toen ik hier net was zag ik mijzelf als een olijfboom die probeert te overleven in het Nederlandse klimaat. De olijfboom heeft zich daarna verenigd met de Hazelaar, mijn vrouw heet Truus Hazelaar, en deze gaf vruchten in drie fantastische zonen: Emile (‘91), Yasin (‘92) en Karim (‘94).
In Nederland begon hij als architect, waarna hij in 1987 een baan kreeg bij International School Eerde in Ommen – eerst als huisouder en later als wiskundedocent.’ De boarding school kwam tien jaar later onder de vleugels van Landstede Groep. In 1999 kwam Nabil terecht bij de Internationale Schakelklas in Zwolle.
‘Weet je, met mijn overstap van de architectuur naar het onderwijs nam ik weer afscheid. Eerst was er het verlies van mijn land, mijn cultuur, mijn baan, mijn droom… mijn hele leven. Daarna verloor ik opnieuw mijn beroep.’
In 2003 werd het zaadje gepland voor Maatje op Maat toen hij SALAM lanceerde; Steunpunt Allochtone Leerlingen en Advies aan Medewerkers. Dat laatste was een bewuste keuze: ‘Ik wilde de organisatie, de collega’s via collegiale consultatie versterken en steunen waar nodig in het complexe terrein van cultuurverschillen.
Na verloop van tijd bleek dat er meer inzet nodig was en toen heb ik gepensioneerde collega’s gevraagd om te blijven participeren. Zo begon eind 2004 Maatje op Maat. Aanvankelijk specifiek voor allochtone jongeren (met andere culturele achtergronden), na een half jaar generiek voor iedereen die een maatje nodig heeft.
Inmiddels zijn we twintig jaar verder en het mooie is: wij zijn begonnen met een idee, toen kwam de implementatie en pas later was er geld. Weer vier jaar later maakten we het eerste handboek. Wij zijn organisch gegroeid en kregen zo bestaansrecht en waardering in de vorm van landelijke prijzen.
Op dit moment hebben we meer dan 1500 jongeren ondersteund, met een succesfactor – schooluitval voorkomen – van maar liefst 85 procent.
We geloven in de kracht van het verhaal en daarom hebben we twee boeken uitgegeven. Het eerste in 2010: Stralende bronnen, het tweede vanwege ons vijftienjarig jubileum: Stralende sterren (2020). Hiervoor hebben we vijf jongeren weer opgespoord en gevraagd: “Hoe gaat het met jou?” Een vraag die weinig gesteld wordt in onze snelle maatschappij. Het antwoord krijgt nog minder aandacht. Staan we voldoende stil bij die vraag, vraag ik me af?’
Omzien Op Ooghoogte: van onderwijs, via stage naar werk
‘Op vrijdag 20 oktober viert Maatje op Maat in het hart van Zwolle, Academiehuis Grote Kerk, het 20ste jubileumjaar’, vertelt Nabil met enige trots. Wij willen vieren en het concept delen ter inspiratie voor in de stad. Centraal staat hoe participatie van de samenleving het verschil kan maken in zowel onderwijs, alsook het bedrijfsleven.
Studenten van Cibap, Deltion College, Landstede MBO en Mbo Menso Alting laten de kracht van mbo-talent zien. De student verwelkomt, stelt zich kwetsbaar op en vertelt. Je kunt genieten van muzikale acts, expositiekracht en ruimtelijk talent. Studenten zorgen ook voor een lekker hapje; rijk in diversiteit en milieubewust.
Meer info & aanmelden
Bij deze ben je welkom, The more, the merrier! Aanmelden kan hier.
En dan de kameel en het paard: ze zijn al genoemd en komen veelvuldig terug tijdens het gesprek. Waar staan ze voor? ‘Ik ben doelgericht, wil snel veel bereiken, zoals een Arabisch paard. Maar vaak ben ik ook een roepende in de woestijn en dan moet ik mijzelf eraan herinneren dat ik ook een kameel ben: iemand die met veel geduld en inlevingsvermogen mensen meeneemt.
Als niemand had geroepen dat het mijn expiry date was, dan was ik misschien nog een paar jaar gebleven. Maar ik moet het nu echt loslaten. Ik heb een plan geschreven zodat Maatje op Maat hopelijk over twintig jaar – voor de jongeren – ook nog bestaat.
Al ben ik wel bezorgd: ik laat bijna honderd vrijwilligers achter. Mijn rol als coördinator verdwijnt en contactpersonen nemen het over. Die moeten goed kunnen filteren, kritisch zijn en “nee” durven zeggen. Je wilt dat vrijwilligers ook enthousiast blijven. Eigenlijk is mijn baan de goedkoopste binnen Landstede Groep: als één fulltimer breng ik bijna honderd mensen mee, dat heeft een grote financiële, maar ook een maatschappelijke waarde.’
‘Al met al ben ik zoals eerder gezegd een gelukkig mens. Het leven heeft mij geleid naar mijn natuurlijke loopbaan: architect van menselijke relaties. Anders dan mijn vorige beroep…. Maar een pen? Die zal ik nooit gebruiken. Als architect heb ik altijd een potlood bij me.’
Na anderhalf uur is alles gezegd, behalve één woord: liefde. ‘Dat mag niet ontbreken in dit verhaal. Ik zit onder meer in de Commissie van Toezicht van de PI Zwolle en sta daar tegenover de grootste criminelen. Ook in hen zie je de mens. Ik geloof dat in elk mens een goede kant is en zoek daar ook naar. Als je liefde in je hebt, deze toelaat en uitstraalt, dan komt alles goed.’
‘Landstede gaf me de plek en de kans om mijn (be)roeping te kunnen uitdragen. Vaak fluisterde een stem in me: “Mijn werk is mijn kerk”. Die plek was me niet op een gouden bord geserveerd. Met het geduld van mijn kameel veroverde ik langzaam maar zeker die plek en die werd me gegund. Stap voor stap werd ik gezien, geaccepteerd en later gewaardeerd. Ik werd de bekende ander, anders dan wat de ander oorspronkelijk had gedacht en toch niet zo heel anders dan ieder ander. Het pad naar de ander was gelegd en de student die anders dan anderen is, kreeg een plek. De horizon is verbreed en het vizier is wijder geworden.
Dank iedereen en met dankbaarheid kijk ik terug naar het pad, gelegd door hard werken, incasseringsvermogen en geduld...,veel geduld.’