‘Daar moet het voorlampje ook nog af… en het zadel hè pap. Hij moet wel even goed uit elkaar liggen anders hebben ze hem zo weer in mekaar.’ Edwin Dijkman is in zijn element in zijn werkruimte bij Co Zwolle. Hier maakt hij meubels én begeleidt hij met zijn vader Harry leerlingen van de Internationale Schakelklas in Zwolle bij het sleutelen aan een fiets die ze na afloop mogen houden.
De ISK doet sinds januari mee aan het landelijke programma School en Omgeving en organiseert onder de naam ‘Abby D.’ allemaal leuke en uitdagende activiteiten.
‘Samen met een aantal leerlingen en de aanbieders, SportService Zwolle, Techlab Zwolle en Edwin Dijkman, hebben we gekeken wat onze leerlingen graag zouden willen leren’, vertellen School en Omgeving-coördinatoren Claudia Conijn en Marlotte van Kerkhof.
‘Sowieso wilden ze voetballen, maar ook nieuwe sporten leren leek hen leuk. Een van de jongeren kwam met het idee om iets met robotica te doen. Ook gaven ze aan dat ze graag met hun handen wilden werken en dat ze geen fietsen hebben.’
Zo ontstond het idee voor het fietsproject, met daarnaast de keuze voor sport en techniek (bij Techlab Zwolle). De eerste acht jongeren voor het fietsproject kwamen vanaf half januari, vier weken lang, elke maandag van twaalf tot drie, naar Co Zwolle aan de Esdoornstraat. De tweede groep startte na de voorjaarsvakantie.
‘Is het frame recht? Ja? Mooi, niet krom dus? Deze band is goed, er moet alleen een beetje lucht in. En hoe is die andere? Er moet ook een nieuw slot op zie ik. Zullen we de lijst er even bijpakken?’ Aan de hand van een checklist inspecteert Harry samen met Mohammed (16) de fiets grondig zodat ze precies weten waar reparaties nodig zijn om de fiets rijklaar te maken.
Iets wat Mohammed de afgelopen weken al heeft gedaan. Hij heeft een mooie fiets en is er blij mee. Hoe hij het sleutelen heeft ervaren? ‘Een beetje makkelijk, ook omdat ik het leuk vond.’ Misschien wil hij zelfs wel fietsenmaker worden, zegt hij. Waar hij de fiets voor gebruikt? ‘Voor school, maar ook voor sport, ik ga er mee naar de voetbalvereniging.’
Binnen het fietsproject krijgt elke deelnemer een 'fiets met gebreken'. Onder begeleiding maken ze deze rijklaar en vervolgens mogen ze hem ook houden. ‘Via het Rad van Fortuin kregen ze de eerste dag een fiets toegewezen. Daarna hebben we de Bovag 40-Puntencheck gedaan.
Met z’n vieren bekeken ze elkaars fietsen. Die checklist was veel te ingewikkeld, maar dat maakte het juist leuk’, lacht Edwin. Ook was er een gastles op locatie, zo zijn ze bij de fietstechniekopleidingen van Deltion College geweest. Dat vonden ze reuze-interessant.’ De tweede groep bezocht een groothandel met 130.000 fietsen in Nieuwleusen.
Edwin vervolgt: ‘De fietsen die we gebruiken zijn oude stationsfietsen van merken als Gazelle, Sparta en Union. Degelijke, stalen fietsen met een goed frame en eenvoudige remmen die al twintig jaar rondrijden en nog wel tien jaar meegaan.’
Dat de fiets niet al te ingewikkeld in elkaar zit, maakt het ook makkelijker om hem te onderhouden. Want dat is – naast dat ze een fiets krijgen en zo mobieler worden – een van de doelen van het fietsproject.
‘Daarnaast doen we quizjes over fietsonderdelen. Zo leren ze ook Nederlands. En mochten ze ooit weer een nieuwe fiets kopen, dan weten ze waar ze op moeten letten.’
Edwin kijkt – als voormalig docent – met plezier terug op het lesgeven. ‘De groepsdynamiek was gewoon leuk.’ Harry beaamt: ‘Het waren heel aardige, leergierige en ook handige jongens.’
Al had de een duidelijk vaker gesleuteld dan de ander, constateert Edwin: ‘Maar zo konden ze elkaar mooi helpen. En vanaf dag twee ben ik tosti’s gaan maken. Want ze waren om half twaalf vrij en we haalden ze om kwart voor twaalf op dus gegeten hadden ze waarschijnlijk niet. Dat bleek ook, want er ging flink wat brood doorheen. Maar het mooiste is natuurlijk dat ze nu gewoon kunnen fietsen!’
Volgens Claudia en Marlotte hebben de jongeren het ook ‘ontzettend leuk’ gevonden. ‘Wat we bij de inventarisatie van ideeën in januari ontdekten is dat ze eigenlijk alles leuk vinden zolang ze maar extra lessen kunnen volgen.
Want juist de groepen die in januari startten zijn leerlingen die wekelijks maar drie dagen naar school gaan. En ging het bij de pilot nog om drie klassen van één locatie, na de voorjaarsvakantie konden we al tien klassen op al onze drie locaties extra aanbod bieden.
En na de meivakantie hopen we naast sport en het fietsproject ook activiteiten rondom bijvoorbeeld muziek/rap en koken aan te kunnen bieden.’
Uiteindelijk doel is om steeds tussen de vakanties – zes tot acht weken – activiteiten te organiseren voor alle leerlingen (24 klassen) en deze een vaste plek in het lesrooster te geven: ‘Want dankzij School en Omgeving kunnen we onze jongeren blij maken met een fiets en leren ze beter Nederlands spreken. Een win-winsituatie voor iedereen dus!’
Inmiddels is de fiets van Harry en Mohammed gecontroleerd. Hij mag terug naar de rode zeecontainer, helemaal klaar voor de nieuwe groep.
Over School en Omgeving
School en Omgeving is een landelijk subsidieprogramma van de Gelijke Kansen Alliantie van het ministerie van Onderwijs dat in ieder geval drie jaar duurt (2023-2025). Doel is om de initiatieven die er in de wijk en op scholen (po en vo) zijn rondom het aanbieden van leuke en uitdagende activiteiten na (en ook tijdens) schooltijd verder te ontwikkelen.
Er doen twaalf scholen mee in meerdere Zwolse wijken, waaronder StartCollege ISK. De organisaties die erbij betrokken zijn en/of activiteiten organiseren, zijn onder andere Travers Welzijn, SportService Zwolle, Stadkamer en een aantal kinderopvangorganisaties. Meedoen aan de activiteiten is gratis.