Onderwijsmagazine

Topopleiding Autotechniek: ‘Ik kan niet wachten totdat ik echt aan het werk kan’

Docent Evert Nawijn zucht eens diep. Terwijl om hem heen alle studenten instructies krijgen over nieuwe opdrachten, probeert hij zich te concentreren op de cijferadministratie. Niet het leukste klusje. ‘Gisteren heb ik een aantal stageadressen bezocht en daar moesten leerlingen een examen afleggen. Die gegevens voer ik in dit systeem in en dan rolt er vanzelf een cijfer uit. Kijk, deze mijnheer heeft twee keer een G gescoord en de rest V’tjes. Dat wordt, even kijken, nou ja; een 7,6.’ Die diepe zucht van daarnet blijkt niet voor niets. Het systeem is nogal bewerkelijk – met veel clickwerk dankzij vele formulieren. ‘En daarna moet het cijfer ook nog ingevuld in onze eigen administratie. Allemaal handwerk en je wilt natuurlijk geen fouten maken.’


Jochem bezig met balanceren van een autoband.

Ondertussen zijn Hugo (17) en Jochem (17) druk bezig met het reviseren van een motorblok. ZinMag heeft hen dit schooljaar gevolgd (zie linken naar artikelen onderaan de pagina, red.) en ze zijn nog altijd gemotiveerd om de opleiding af te maken. Hugo: ‘Maar ik ga volgend jaar wel BBL doen – iets meer praktijk erbij. Ik kan niet wachten totdat ik echt aan het werk kan en geld ga verdienen.’ Toch schuilt er wel degelijk een student in hem. ‘Ja, een beetje dubbel. Ik ben dit gaan doen omdat ik gek ben op sleutelen en met mijn handen wil werken. Maar ik ga dit niet mijn leven lang blijven doen. Ik denk dat ik na het mbo ook nog hbo doe.’

Zijn vriend Jochem heeft ook al zicht op het vervolg. ‘Hiervoor deed ik de opleiding Programmeren op Niveau-4. Dat was te saai voor mij. Nu zit ik hier en dat technisch bezig zijn bevalt mij goed. Maar ik ga waarschijnlijk landbouwtechniek doen in Raalte. Dat is enigszins vergelijkbaar, maar met veel grotere voertuigen en machines. Mijn zus woont in Raalte, dus waarschijnlijk heb ik doordeweeks ook een slaapadres.’

Motorblok reviseren

De twee mannen staan zogezegd bij een motorblok. ‘Dit is de motorfiets van onze docent Teun van Dreven’, vertelt Hugo. ‘Hij is onlangs gevallen en daarbij is het motorblok vastgeslagen. We mogen ‘m opknappen.’ Docent Tom Swinkels komt even buurten. ‘Wil het lukken heren?’ Nou, niet helemaal. Want ze willen de motorfiets graag op de brug zetten. Dat werkt prettiger. Daar staat echter al de Volvo van docent Evert. Die heeft zijn auto vandaag beschikbaar gesteld voor de opdracht ‘banden balanceren’. Tom: ‘Als jullie die twee banden van de Volvo nou eerst even doen, dan is de brug daarna weer vrij. Kan je vervolgens verder met reviseren.’

Jochem heeft er even geen trek in. ‘Ik ben de KwikFit niet’, zegt hij grijnzend. Hugo vindt het echter prima. ‘O ja, dat heb ik wel vaker gedaan. Als je een klein beetje meewerkt, moet het lukken.’ Vervolgens haalt Hugo de bouten los en even later plaatst Jochem de zware banden van Evert op het balanceerapparaat. Tom slaat het schouwspel van een afstandje gade. ‘Mooi toch. Dat doen ze gewoon zelfstandig. Ik vind Hugo daarin ook echt gegroeid. Hij heeft onze aansporing niet nodig. Andere studenten moet je soms van A naar B begeleiden, maar hij kan het prima zelf.’


Jochem, Evert en Hugo

Leermeesteravond

Achter de informatiebalie in de werkplaats nemen de docenten Arjan Harmsen en Teun van Dreven samen mailadressen en telefoonnummers door van garagebedrijven in de regio. Het zijn bedrijven waar studenten stage lopen. ‘We willen alle leermeesters uitnodigen voor een Leermeesteravond’, vertelt Teun. ‘Dat doen we jaarlijks om iedereen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op school.’ Maar er blijkt nog een reden: ‘We zoeken ook nog auto’s om mee te oefenen. Liefst ook een of twee elektrische voertuigen.’ Arjan vult aan: ‘Grote dealers zijn ook wel bereid om een nieuwe auto te leveren. Soms kan je een afspraak maken dat je de auto vijf jaar in bruikleen krijgt. Als je maar belooft dat je alles compleet houdt.’

Sommige docenten hebben onlangs een training gehad van STOottroepen Techniek. Die organisatie probeert de kloof te overbruggen tussen onderwijs en bedrijfsleven. Teun was aanvankelijk sceptisch, maar vond het achteraf best interessant. ‘Ik ben blij dat ik geweest ben. Er is ook uitgelegd welke fases tieners en jongeren doormaken. Ik snap nu beter waarom ze soms reageren zoals ze reageren. Kort samengevat: hun persoonlijkheid is tot hun 24e nog volop in ontwikkeling. En sommigen doen er waarschijnlijk nóg langer over. Dat leert je om geduld te blijven hebben. Ja, soms moeilijk. Maar toch…’

Het moet Teun van het hart dat de huidige lichting eerstejaars iets minder een groep is geworden dan in voorgaande jaren. ‘Dat verschilt per schooljaar, maar dit seizoen moeten we wel héél veel moeite doen om ze te laten samenwerken. Bijvoorbeeld bij het opruimen. Dat valt dan een beetje tegen. Maar ze krijgen ook de tijd om te leren. Zo moet je dat maar zien.’

Hulp vanuit bedrijfsleven

Nog even terug naar die Leermeesteravond. De samenwerking met het bedrijfsleven is enorm belangrijk, vertelt Tom. ‘We zouden graag meer participatie willen vanuit het bedrijfsleven. We missen die directe input op dit moment. Waar hebben zij behoefte aan? Hoe kunnen wij hen helpen? En andersom: zijn zij bereid om ons verder te helpen? Het initiatief moet nu vooral vanuit school komen. Er komt alleen iets als je erom vraagt. Dat vind ik wel jammer. Maar daar gaan we ook weer zelf mee aan de slag.’

Arjan is het met Tom eens:  ‘Het blijft van belang dat je het bedrijfsleven actief benadert. Misschien weten garagebedrijven niet eens dat scholen een serieus tekort hebben aan leermiddelen. Ik heb wel gemerkt dat het twee kanten op werkt. Als bedrijven goed voor ons zijn, kunnen we ook meer voor hen betekenen. Ja, wie goed doet, goed ontmoet…’ Evert herkent dat: ‘Autobedrijven merken ook dat de tijd is veranderd. Voorheen kwamen studenten leuren om werk, nu kunnen ze kiezen uit zes verschillende adressen. Werkgevers die actief blijven richting onderwijs hebben een voordeel.’

Ondertussen hebben Hugo en Jochem de handen vol aan het uitlijnen van de twee autobanden. Aan het begin van het jaar waren ze nog met z’n drieën, maar hun kameraad Jarno besloot bij VeVa verder te gaan. In zijn geval: sleutelen aan vrachtwagens. Hugo: ‘Hij gaat volgend jaar BBL Installatietechniek doen. Hij wil eigenlijk zo snel mogelijk aan het werk.’ Tijdens je opleiding gemotiveerd blijven, vraagt wel wat energie, zegt Hugo: ‘Het scheelt gewoon de helft als je iets doet dat je écht leuk vindt. En bij Autotechniek moet je niet bang zijn om vies te worden.’


Teun, Arjan en Evert.

Goeie autoverkoper

Docent Tom legt uit dat Autotechniek niet alleen monteurs oplevert. ‘Als je een vlotte babbel hebt en iets met sales hebt, dan kan je bijvoorbeeld ook een goeie autoverkoper worden. Dan is het een groot voordeel dat je verstand hebt van techniek en weet waarover je praat. Heel eerlijk: ik kom vaak genoeg autoverkopers tegen die zelfs nog moeite hebben om de bluetooth in te stellen. Terwijl ik denk: neem de tijd om uit te zoeken hoe dat zit. Dat heeft zoveel meerwaarde als verkoper.’

Ook voor allerlei onderhoudswerk kan een opleiding Autotechniek een goede basis zijn, vertelt Tom. ‘In een garagebedrijf heb je verschillende machines en apparaten. Neem die autobrug. Dan praat je over een stuk hydrauliek, elektra en software. Daar moet je wel iets vanaf weten. Veel aspecten komen ook bij Autotechniek voorbij. Je wordt breed opgeleid in de techniek, dus je kunt altijd nog overstappen naar een andere sector.’

Aanwijzingen volgen

Tom merkt net als Teun dat de eerstejaars minder goed samenwerken dan andere jaren. Zou dat iets met de coronatijd te maken hebben? Tom weet het niet. ‘Individueel zijn het prima studenten, echt aardige jongen, maar de groepscohesie is dit keer iets minder. Je bent snel geneigd om te vergelijken met vorig jaar, maar dat moet je niet doen. Iedere lichting is weer anders. Ik denk dat iedereen die hier aanwezig is gewoon de opleiding kan halen. Ik zeg weleens: Je hebt bij ons eigenlijk diplomagarantie, zolang je maar goed meedoet en onze aanwijzingen volgt.’

Terwijl Tom vertelt, staan achter hem twee studenten te knippen aan een lange draad. Ze moeten een geluidssysteem inbouwen in een auto. Nog een heel gepriegel. De bekleding van de voorportier moet eruit, ze moeten het stroomschema goed uitlezen, kleuren uit elkaar houden van de massa en de voeding. Dezelfde opdracht krijgen ook de vmbo-leerlingen die een speciaal traject van zes weken volgen, vertelt Tom. ‘Na die zes weken kijken we of ze eventueel een jaar kunnen overslaan als ze instromen bij mbo. Er is nu eenmaal veel overlap, dus dat versnellen kan prettig zijn voor hen. Het is een eerste stap in de richting van een doorlopende leerlijn; we zijn druk bezig om dat verder uit te bouwen.’


Julian slaat liever zijn pauze over om door te werken.

Doorlopende leerroutes

De pauze is voorbij en Arjan roept naar twee studenten: ‘Hé jongens, gaan jullie nog wat doen?’. Arjan is dit jaar begonnen bij Landstede MBO en heeft het goed naar zijn zin. ‘Ik mag blijven en iedereen is vol lof. Dus dat is top.’ Op woensdagen werkt hij als docent bij de buren van Morgen College. ‘Ik ben bezig met de nieuwe doorlopende leerroutes en het is fijn dat mijn ervaring op waarde wordt geschat. Ja, het was een goeie keuze om naar Harderwijk te gaan.’

Teun vertelt dat in Harderwijk een nieuwe school wordt gebouwd voor vmbo en mbo samen. ‘Daar willen we uiteraard ook weer zo’n mooie werkplaats terug, maar we weten nog niet helemaal wat het gaat worden. We vertrouwen er maar op dat het goed komt. Dit type onderwijs kan je alleen aanbieden als je voldoende ruimte en faciliteiten hebt.’

Buiten de werkplaats komt Evert aanrijden. Hij is net terug van een rondje over de snelweg met Hugo en Jochem. De ruit zakt langzaam in het portier en daarachter verschijnt een blij hoofd: ‘De auto rijdt weer fantastisch. Alle trilling is eruit. De mannen hebben een prima klus geklaard.’ Hugo zit naast hem en kan nauwelijks verbergen dat hij trots is. Koeltjes zegt hij: ‘Tja, natuurlijk. Had je dan anders verwacht? Wij zijn vakmensen hè.’