Onderwijsmagazine

Bert Hamhuis 40 jaar in het onderwijs

Het is feest bij Sport & Bewegen aan het Rechterland. Op het kantoor van Bert en zijn collega’s hangen slingers. Op de gang staan taartjes, koffie en thee. De één na de andere collega komt even binnenwippen door de altijd openstaande deur om Bert te feliciteren met zijn veertigjarig dienstverband.

Hij is in zijn element. Dit is helemaal zijn ding: midden tussen de collega’s, deuren open, fijne werksfeer, optimaal contact en iedereen is welkom voor een praatje of een vraag. Met zijn enorme kennis van onderwijs in het algemeen en van Landstede Groep in het bijzonder staat hij niet voor niets bekend als dé vraagbaak.

Bert vertelt hoe het veertig jaar geleden begon. ‘Na de kweekschool volgde ik de officiersopleiding in militaire dienst, lichting 79-5, ik weet het nog precies. De banen in het onderwijs lagen destijds niet voor het oprapen. Ik had wel veertig brieven geschreven toen ik uiteindelijk uitgenodigd werd bij de Christelijke LTS in Zwolle. Uit 200 sollicitanten werd ik gekozen, waarschijnlijk vanwege mijn sportachtergrond en de houding en uitstraling die ik me in militaire dienst eigen had gemaakt. Op vrijdag 31 oktober 1980 trok ik de deur in ’t Harde achter me dicht, op maandag 3 november startte ik aan de Blaloweg als AVO-docent.’

Welkom en kansrijk

Bert kreeg de klassen van de vertrekkende adjunct-directeur, die de lastigste groepen naar zich toe had getrokken. ‘We zaten aan de Blaloweg en we hadden noodlokalen in het gebouw van Jubal aan de Jufferenwal, waar nu de Mediamarkt zit. Ik was jong, 23 jaar, maar ik heb nooit moeite gehad met mijn leerlingen en studenten. Het heeft te maken met gekend en herkend worden.’ In 1985 liepen de leerlingenaantallen terug en begon Bert bij het kmbo, het kort middelbaar beroepsonderwijs (niveau 2) in Zwolle, Lelystad en Kampen. ‘Dat was toen nog een project voor drop-outs; heel veel leerlingen haalden destijds hun kwalificatie niet. Ik gaf les aan studenten motorvoertuigen, administratie, detailhandel, verzorging, noem maar op. Het was een situatie waarin je alle ruimte kreeg. Het ging er om dat je die studenten weer naar school kreeg, dat je zorgde dat ze weer een opleiding volgden. Onderwijsinhoudelijk vond ik het de mooiste tijd. Ik kon volop aan de slag met mijn idealisme, dat wat ik de essentie vind: kansrijk onderwijs. Daar draait het wat mij betreft om. Het maakt niet uit hoe een student binnenkomt, waar hij vandaan komt: hij moet zich welkom en kansrijk voelen. Ik keek naar wat de leerling nodig had.’ Talentvol ontwikkelen in de dop.

 


Bert aan het werk op de KMBO.

Persoonlijke aandacht

‘Die studenten kwamen uit klassikaal, frontaal onderwijs waarop ze volledig waren afgeknapt’, vertelt Bert. ‘Ze hadden veel behoefte aan persoonlijk onderwijs, persoonlijke aandacht. Als je bijvoorbeeld iets goed kunt, hoef je het niet steeds weer te herhalen omdat de richtlijnen dat voorschrijven. Dan kun je beter werken aan de dingen waar je wat minder in bent.’ Bert werkte met passie. ‘Ik ging toen regelmatig op huisbezoek, op een vrijdagavond naar Zeewolde bijvoorbeeld, om met de student en zijn ouders praten. Dat vond ik heel normaal. Het was intensief maar ook dankbaar werk. Ik probeerde mensen weer een toekomst te bieden.

Destijds hadden we veel vrijheid om te doen wat ons het beste leek.’ Hij heeft een mooi kmbo-voorbeeld. ‘Zo was er in die jaren ’80 een jongen, Wouter heette hij, die de opleiding motorvoertuigentechniek deed. Hij had moeilijkheden thuis en woonde daarom in een begeleidwonenproject. Hij zat in zo’n drop-outgroepje, hij blowde, had heel lang haar en was totaal niet gemotiveerd. Ik dacht: hier moet ik iets mee. Dus ik belde de eigenaar van een autodealer-garagebedrijf waarvan ik wist dat hij wel met stagiairs wilde werken. “Stuur hem maar langs”, zei hij. Wouter ging erheen en de eigenaar wees naar de monteurs in de werkplaats.

Hij zei: “Kijk eens hoe die monteurs erbij lopen. Positieve houding, kort geknipt haar. Hier heb je 25 gulden. Je kunt er twee dingen mee doen: je gaat vanmiddag naar de kapper en dan kun je hier morgenvroeg aan de slag, of je gaat er vanavond mee naar de kroeg en dan moet je op een andere manier aan je toekomst werken.” Wouter ging naar de kapper, werkte een half jaar als hulpmonteur, deed vervolgens de opleiding eerste monteur en bouwde zo aan een mooie carrière. Kijk, dat kon toen. Ik zoek altijd naar de kansen en de mogelijkheden. Dat doe ik nog steeds. Helaas kan wet- en regelgeving tegenwoordig een beperkende werking hebben. Waarom bijvoorbeeld niveau 4-studenten die het aankunnen niet laten beginnen in het tweede jaar van het hbo in plaats van ze eerst nog een propedeuse te laten doen?’

Landelijk actief

In de loop der jaren heeft Bert zich ook landelijk gezien ingezet voor het onderwijs. ‘Ik zit in de agendacommissie van het onderwijscluster Sport & Bewegen, van waaruit we in gesprek gaan met organisaties als NOC*NSF, KNVB, Fitvak, bewegingsconsulenten, noem maar op. Door in contact te zijn met het werkveld, ontdek je wat de student nodig heeft om zich zo goed mogelijk op de praktijk voor te bereiden. Ik ben lid van de landelijke vaststellingscommissie Sport & Bewegen, waar ik insteek op lean-&-mean examens, waarom niet een makkelijker en doelgerichter vorm van examinering implementeren? Waarom kan een student niet gewoon een blog maken, of is er wellicht een andere vorm te bedenken? We kunnen veel meer creatief out of the box denken en dat is wat we daar momenteel ook doen.’

Bert zit ook in het Marktsegment Sport en Bewegen, waarin onderwijs overlegt met marktpartijen. ‘We zijn nu bijvoorbeeld in overleg hoe we Sport & Bewegen en Kinderopvang op een goede manier samen kunnen laten werken. Het zou mooi zijn wanneer onze niveau 3-studenten bijvoorbeeld met een BBL-variant in de kinderopvang of als onderwijsassistent verder kunnen.’

Positieve uitstraling

Eind vorige eeuw werd Bert door de toenmalige directeur Bert Teitsma benaderd om de opleiding Sport & Bewegen mede vorm te geven. ‘Zoiets was er in Nederland helemaal nog niet’, vertelt Bert. ‘Je had alleen de vijf cios-opleidingen die al het bewegingsonderwijs op mbo-niveau verzorgden. Na een periode van voorbereiding begonnen we in augustus 2001 met negentig studenten en vijf docenten. Inmiddels hebben we meer dan 1100 studenten uit het hele land, zijn we met een dikke negentig collega’s en is onze opleiding de beste van Nederland.

Ik denk dat het komt omdat we altijd een heel dynamisch en positief team hebben gehad. Dat vind ik het mooie van Sport & Bewegen. Er is een hele vaste kern, met nauwelijks verloop. Dat is het geheim van het succes. We hebben een positieve uitstraling, zowel het team als de studenten. Ik krijg dat ook altijd terug van bezoekers: wat zijn ze enthousiast en trots! Betere reclame kun je natuurlijk niet hebben, daar kan geen advertentie tegenop. En de geweldige uitstraling van het gebouw werkt natuurlijk ook mee.’

Uitstapje

Bij Landstede Groep voelt Bert zich thuis. ‘Ik ben nog geen dag met tegenzin naar mijn werk gegaan. Binnen de organisatie is altijd wel ergens iets te doen, ik heb heel veel afwisselende dingen gedaan. Zo heb ik voor de Centrale Dienst gewerkt aan de kwaliteit, met collega’s hebben we bijvoorbeeld de kwaliteitswaaier ontwikkeld. Ik ben ook intern auditor geweest. We controleerden de opleidingen o.a. op kwaliteit. Twee jaar geleden ben ik weer volledig terug gekomen bij Sport & Bewegen.

Ik ben nu onderwijs- en beleidsadviseur bij de opleiding en geef nog eenmaal per week het keuzedeel “voorbereiding op het hbo”. Online momenteel, vanwege de coronacrisis en dat is echt niet mijn ding. Ik mis de non-verbale communicatie, ik mis het persoonlijke contact. Maar het is niet anders.’ Nooit overwoog Bert om te vertrekken. Correctie: bijna nooit. Eenmaal heeft hij het op een andere werkplek geprobeerd. ‘Ik woon in Hardenberg en het leek me fijn om dichterbij huis een werkplek te zoeken. Dus in 2014 solliciteerde ik op de functie van opleidingsmanager bij het Alfa College aldaar en ik werd meteen aangenomen.’ Bert lacht. ‘Het waren twee mooie dagen. Ik had heimwee. Ik miste de collega’s, de dynamiek, de persoonlijke contacten. Ik ben een teamplayer, ik overleg liever dan dat ik iemand opdrachten geef. En ik kon gelukkig nog terugkomen.’

The Hammers

Sport en bewegen kent Bert niet alleen door en door vanuit het onderwijs, maar ook vanuit de sport zelf. Met z’n lengte van bijna twee meter was Bert in zijn jonge jaren een succesvolle power forward bij ZAC-basketbal. ‘Basketbal heeft me mede gevormd. Ik heb een paar jaar de dames getraind en gecoacht op hoog niveau. Ik ben een tijd gedetacheerd geweest als teammanager van Landstede Basketbal ‘The Hammers’.

In die tijd profileerde Landstede zich met de sport als sponsor van eerst alleen basketbal en later kwam ook volleybal erbij. Dat was uniek voor die tijd: een school die professionele sportclubs sponsorde. Het was een mooie periode, ik ben met teams naar Amerika geweest en ook naar Londen. Inmiddels is Landstede Groep de langst zittende sponsor binnen het Nederlandse Eredivisie Basketbal. Daar ben ik trots op.’

Mee ontwikkelen

Bert is een vraagbaak op onderwijsgebied, maar ook bijvoorbeeld op het gebied van e’TO. ‘We hebben dat systeem vanaf het begin in 2005/2006 helpen op te bouwen. Ik heb altijd interesse gehad voor ICT en nieuwe ontwikkelingen. Op het kmbo begonnen we er al mee, met van die kasten van computers met een raar beeldscherm erop en twee floppy’s: eentje met MS-DOS en eentje met WordPerfect. Als je dat met de huidige mogelijkheden vergelijkt!’

Een leven lang leren en ontwikkelen is precies wat Bert de afgelopen veertig jaar heeft gedaan. “Bert Pakket” is niet voor niets zijn bijnaam. ‘Dat komt omdat ik altijd met stapels papier rondloop’, legt hij uit. ‘Ik wil op de hoogte zijn en blijven. Als je mee wilt spreken en denken, moet je je voorbereid hebben, moet je kennis van zaken hebben’. Sommige mensen noemen hem een workaholic. ‘Maar ik hou gewoon van mijn werk. Ik vind het leuk, ik hou van nieuwe dingen ontdekken, van het afwisselende en ik heb de druk nodig.’

Quickstep

Ook op persoonlijk vlak heeft Landstede Groep veel voor Bert betekend. ‘Ik gaf in de jaren ’90 les op het kmbo aan de Fuchsiastraat in lokaal 1. In lokaal 2 gaf ene Bernardien Kampman Engels en Frans. We maakten kennis en na twee afspraakjes binnen een week gingen we samenwonen. Dat we elkaar ontmoet hebben, is dus het directe gevolg van de fusie. Nu hebben we drie studerende kinderen en volgend jaar zijn we 25 jaar getrouwd.’ Dat het een perfecte match is blijkt uit de manier waarop Bert en Bernardien dansen. Bert lacht. ‘Op een feestje van een collega deden we een keer de quickstep en volgens mij heeft dat diepe indruk gemaakt. We dansen gewoon heel graag en hebben er onze eigen draai aan gegeven. We houden allebei van sport en muziek, ik meer van sport, Bernardien van muziek, en bij het dansen komt dat samen.’

‘Ik ben 63, over vier jaar ga ik met pensioen’, blikt Bert vooruit. ‘Misschien dat ik de komende jaren langzaam afbouw. Wat ik ook ga doen; stilzitten is niets voor mij. Ik blijf altijd aan de gang, misschien met vrijwilligerswerk. Er gebeuren veel mooie dingen in het verenigingsleven. Zo heb ik de donatie van 225 euro die je mag doen als je veertig jaar bij een baas werkt, geschonken aan de gehandicaptenpaardensport in Hardenberg. Elke zomer brengen gehandicapten daar hun vakantie door, ik vind het fantastisch wat die vrijwilligers daar doen.’

Bert houdt van z’n werk, van sport, van zijn collega’s, van het onderwijs in al z’n aspecten. ‘Wat ik ook doe binnen Landstede Groep, de rode draad is voor mij dat student altijd op de eerste plaats staat. Niet de organisatie, niet docent, je moet je inzetten voor de student, voor de toekomst van die kinderen. De menselijke waarden zijn het belangrijkste. Als je dat kunt waarborgen, gaat de rest vanzelf.’