Onderwijsmagazine

Conciërges in coronatijd

‘Corona legt je hele systeem plat. Zo is het gewoon’

 Dirk van den Belt (56), facilitaire dienst Landstede MBO Zwolle

‘Hoe ik gewerkt heb in de afgelopen weken? Nou ja… ik ben eigenlijk pas net weer begonnen. Rond 12 maart liep ik het coronavirus op. Ja, dan sta je wel even te kijken hoor…  Kon niets meer. Dikke longontsteking. Vervolgens allemaal antibiotica en duimen draaien. Sinds 11 mei pak ik weer dingen op. Eigenlijk wilden ze me langer thuis houden, maar ik heb geen hekel aan mijn werk. Zo’n hele periode zonder school is niets voor mij.’

Benauwdheid

‘Ik werk nu nog maar een paar uur per dag. Wat ik kan, doe ik. Maar ik ben snel vermoeid en er is nog steeds druk op de borst. Benauwdheid. Het opstarten gaat ook langzaam. Het valt allemaal vies tegen. Ik hoor mensen nog weleens laconiek erover praten. Maar als je ’t zelf hebt gehad, weet je wel beter. Het legt je hele systeem plat. Zo is het gewoon.’

‘Het werk gaat gewoon door, maar er blijven ook dingen liggen. Ik ben aanspreekpunt voor  schoonmaak en doe sleutelbeheer. Een van mijn hoofdtaken is het onderhoud van de luchtbehandeling. Da’s belangrijk voor het klimaatbeheer. In het begin heb ik vanuit huis geprobeerd monteurs aan te sturen. Maar ik heb een hele periode niets kunnen doen. Te ziek om aan school te denken. Als je me beter kent, weet je hoe bijzonder dat is…’

Examenperiode

‘Momenteel zijn we bezig met alle 1,5 meter-maatregelen. Ook in verband met de examenperiode. We moeten gewoon overal even aan denken. Zijn er genoeg afzettingen beschikbaar? Hebben we eigenlijk wel lint in huis? Desinfectiemiddel? Iedereen wil natuurlijk hetzelfde bestellen. Al bij al voelt het heel vreemd. Zeker na zo’n lange periode weg te zijn geweest.’

‘Maar ik zei al: dit is niet een gewoon griepje. Ik ben er -  serieus - goed van geschrokken. Je hoort nu wilde verhalen op radio en tv over blijvende schade aan je organen. Ik ben maar gestopt met luisteren. Ze spreken mekaar allemaal tegen. Gek word ik er van. Ik wacht het gewoon af totdat de deskundigen definitief weten hoe het zit. Tegen die tijd zie ik wel hoe het loopt. Eerst maar eens proberen op te knappen…’

 

 

‘Studenten zorgen voor gezelligheid. Altijd vragen, vragen, vragen…’

Saber Hamam (60), huismeester Landstede MBO Raalte (en praktijkopleider beveiliging)

‘Als iedereen er is en alles normaal is, kom je in school nooit helemaal aan alles toe. Er is altijd wel een achterstandje. Ik heb nu veel mankementen verholpen. Niet alleen zelf, maar ook door bedrijven in te huren. Daar zijn we nog steeds mee bezig eigenlijk. We hebben bijvoorbeeld de keuken van a tot z vernieuwd.’

Materialen

‘Klinkt misschien gek, maar het is best makkelijk dat er weinig leerlingen en docenten zijn. Anders zit je met laden en lossen van materialen. Dan loopt iedereen in de weg. Dus ook die bedrijven vinden het wel mooi zo. Toch mis ik die drukte wel. Studenten zorgen meestal voor gezelligheid. Altijd vragen, vragen, vragen. Ha, tja. Zo is het toch?’

‘Er waren in de afgelopen tijd niet zoveel collega’s. De mensen die er wel waren hadden het vooral over corona. Vooral in het begin. Het ging de hele dag over niets anders. Ik vind dat logisch hoor. Ik maak mij zelf ook zorgen. Vooral voor de oudere mensen. Als je verder gezond bent, valt ’t wel mee. Maar heel eerlijk: ik heb ook wel even gedacht aan mezelf. Ik ben ook 60 jaar. Dus ik moet wel uitkijken. Gelukkig ben ik nog gezond.’

Vroeger

‘De school is de hele tijd open gebleven. De eerste periode gingen we iets vroeger dicht, om 14.00 uur. Inmiddels is dat al 16.00 uur. Het verbetert steeds een klein beetje. Gelukkig maar. Want die klassen horen niet leeg te staan. Ik ben normaal gesproken altijd met mijn werk bezig. Ik heb niet heel veel te maken met studenten. Maar nu je ze helemaal niet ziet, geeft het wel een vreemd gevoel. Het klopt niet.’

‘Voor de looproutes heb ik stickers gehaald. We hebben maar één richting afgesproken. Ik hoop dat het werkt. Want het zou niet fijn zijn als corona weer terug komt, net als in het begin. Dat zou niet goed zijn voor de gezondheid en ook niet voor de samenleving. Zo saai. Ja, dat vind ik echt.’

‘Als conciërge heb ik een soort zorgtaak. Want in school gaat het leven gewoon door. Je hebt altijd onverwachte gebeurtenissen. Iemand valt. Of er gaat iets kapot. Dan moet je toch even helpen. Dus ja. Het is anders dan ik gewend ben. Maar ik heb prima mijn werk kunnen doen. Geen probleem eigenlijk.’ 

 

 

‘Ik heb me nog geen moment verveeld’

Theo Bijl (56), conciërge Morgen College Harderwijk

‘Er hangt zo’n apart sfeertje op school. Een beetje onwezenlijk allemaal. Normaal gesproken kan je nog geen vijf minuten rustig zitten of er komen wel vragen of opmerkingen van leerlingen. Nu zie je bijna niemand. Het heeft ook zeker z’n voordelen. Op onze locatie De Sypel hebben we alle borden schoongemaakt. Met zo’n speciaal middeltje. Daar kom je anders niet zo snel aan toe. Alle lokalen zijn weer netjes.’

Laatkomers

‘Ik heb ook veel kleine klusjes gedaan. Piepende deuren oliën. Dat soort dingen. Een van mijn taken is de leerlingenadministratie bijhouden. Laatkomers registreren. Dat doe ik op de locatie Westeinde. Als leerlingen er niet zijn, dan bel ik de ouders. Maar goed, dat is natuurlijk helemaal komen te vervallen. Gekke gewaarwording hoor. Hopelijk kunnen we dat straks weer allemaal oppakken.’

‘Nee, ik heb me nog geen moment verveeld. We hebben hier zo’n oud rommelhok. Dat was al lange tijd niet opgeruimd. We zijn daar flink doorheen gegaan. Ordenen. Ik kwam nog een klingelbel tegen uit het stenen tijdperk. Een grote hoor, ik denk wel vijftien centimeter doorsnee. Die zal vroeger ergens aan een muur hebben gehangen. Geinig toch? Zo vind je nog eens wat…’

Bejaardentehuis

‘Het contact met de leerlingen is toch wel het mooiste aan mijn werk. Daar ben ik conciërge voor geworden. Even een gesprekje in de gang. Da’s de charme. Ja, ik mis ze echt. Het voelt in die coronaweken net alsof je door een bejaardentehuis wandelt. Zo stil.’

‘In de afgelopen tijd zijn we druk geweest met alle 1,5 meter-maatregelen. Looproutes aangeven met pijlen en stickers. Daar moesten we materialen voor inkopen. Sowieso hadden we allerlei extra middelen nodig, zoals desinfectiespul. Door de enorme vraag liep de levertijd op. Maar ’t is allemaal weer goed gekomen.’

‘Een werkdag duurt wel iets langer, voor je gevoel. Ik keek nooit op mijn klokje. De dagen vlogen om. Da’s nu anders. Soms nemen mijn collega Plakmeijer en ik iets meer pauze voor een praatje. Zeker in die eerste weken maakte je je toch over van alles en nog wat zorgen. Ik vind dat de school het goed heeft opgepakt. ’t Is niet niks, zo in een keer overstappen op digitaal onderwijs. Mooi om te zien hoe collega’s elkaar helpen. Petje af voor iedereen!’

 

 

 

‘Ergens functioneer je ook als een soort opvang’

 

John Edzes (58), huismeester Ichthus College Dronten

‘Ik werk op Het Perron. Da’s een vrij nieuwe locatie die we delen met het Almere College. Dus qua onderhoud heb ik niet heel veel werk. Maar als de school leeg staat, kan je wel overal goed bij. Ik heb bijvoorbeeld alle deurklinken nagelopen. Die gaan na een tijdje toch los zitten door alle trilling. Schroefjes vastdraaien, dat zijn van die klusjes die er anders bij in kunnen schieten.’

Speciale beroepen

‘Het is gelukkig niet zo heel stil geweest. Het viel mee. Sommige docenten kwamen hier werken, omdat ze thuis minder gelegenheid hadden. En er waren nog wel wat kinderen. Vooral van ouders met speciale beroepen. Zoals in de zorg enzo. Maar ook wel leerlingen die vanwege een thuissituatie beter op school kunnen zijn. We hebben geregeld een straathoekwerker op bezoek gehad die een spel kwam doen. Ergens functioneer je ook als een soort opvang.’

‘Je raakt vanzelf gewend aan de sfeer. Maar het is minder leuk natuurlijk. Daar doe je niets aan. Het werk geeft voldoende afleiding. Ik ben ook verantwoordelijk voor het keuren van alle elektrische apparaten in school. De beamer, digiborden, dat soort dingen. Verder ben ik de man van de sleutel. Ik houd ook tijdens openingsuren goed in de gaten wie er binnen komt en vertrekt.’

Calamiteit

‘Als huismeester heb ik altijd werk. Of bijna altijd. Ik heb een paar keer het spelletje Candy Crush gespeeld, omdat ik die dag écht alle klussen klaar had. Maar als ’t rustig lijkt, moet ik toch alert blijven. Het kan maar zo dat er een kind van de trap stuitert. Het gebeurt binnen school, dus je houdt het oog erop. Ik zit ook bij de vrijwillige brandweer trouwens. Dat is wel mooi te combineren met mijn werk. Als er een calamiteit is, kan ik er snel even tussenuit. Daar heb ik goeie afspraken over.’

‘Ik heb ontsmettingsmiddel op de balie gezet. Ik hoop dat iedereen zich een beetje aan de regels blijft houden. Ook nu de druk er wat vanaf lijkt. We hebben afspraken gemaakt over de looproutes.  Een trap voor omhoog en een trap voor omlaag, bijvoorbeeld. Je wilt dat contact natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Over die invulling hebben we vergaderd met de directie. Ik vind het leuk om dan even praktisch mee te kunnen denken.’