Mijn dochters staan op de eetkamerstoelen om me uit te zwaaien als ik naar mijn werk ga. 'Nog één knuffel, mam!' smeken ze vlak voor ik de deur dichtdoe en de trap op loop. Er is veel veranderd sinds ik vanuit huis lesgeef, maar sommige dingen zijn precies hetzelfde gebleven.
Wanneer ik mijn laptop openklap, zie ik dat mijn leerlingen de 'vergadering' in Microsoft Teams al begonnen zijn. Ik blijf me erover verbazen dat juist diegenen die op school zo vaak te laat zijn, zich hier als eerste melden.
Voor we de les beginnen, wil ik graag weten hoe het met iedereen gaat en of mijn leerlingen en hun naasten gezond zijn. Een meisje vertelt dat haar buurvrouw corona heeft en in thuisisolatie zit. Een jongen praat ons bij over zijn opa, die net ontslagen is uit het ziekenhuis. Het was kantje boord geweest, maar hij lijkt weer te herstellen.
Het is vreemd hoe normaal zulke gesprekken al geworden zijn; drie maanden geleden wisten we nog van niets! Dat geldt overigens ook voor het lesgeven op afstand. Ik was er wel benieuwd naar, maar had nooit gedacht dat we er zo snel en zo massaal mee aan de slag zouden gaan.
De nieuwe situatie levert veel moois op: er zijn leerlingen die in de klas geen vraag durven te stellen, maar die me nu berichtjes sturen omdat ze hulp of extra uitleg willen. Sterker nog: er zijn leerlingen die vragen of ik de online opdrachten opnieuw klaar wil zetten. Ze zijn niet tevreden met het behaalde resultaat en willen zichzelf graag verbeteren. Hoe mooi is dat?
Eén jongen legde me in een schrijfopdracht uit hoe moeilijk het voor hem was geweest om zich thuis te maken in het online werken. Hij is blij dat het gelukt is, maar ziet er tegenop straks weer naar school te gaan: dat is wéér een verandering. Wat knap dat hij dat durft te vertellen!
Natuurlijk is er een keerzijde. Op school kan ik afgeleide leerlingen eenvoudig bij de les roepen, vanuit huis is dat een stuk lastiger. Ik wil graag geloven dat iedereen altijd naar mijn uitleg zit te luisteren, maar ik weet heus wel beter. Reden te meer om af en toe te vragen de camera even aan te zetten.
Dan zie je ineens hoeveel extra 'leerlingen' je in de klas hebt: ik heb nog nooit zo veel broertjes, zusjes, ouders en huisdieren in mijn lessen voorbij zien komen als de afgelopen weken. Sommige leerlingen vragen of de camera alsjeblieft uit mag blijven; zij zitten nog met ongekamde haren aan hun ontbijt en durven zich zo écht niet te vertonen.
Ook mijn dochters lopen langer in hun pyjama's dan gewoonlijk. En ondanks dat ze me al uitgebreid uitgezwaaid hebben, komt er geregeld eentje de les verstoren als ze boven is om zich aan te kleden, omdat ze nóg een kusje wil. Zuchtend geef ik toe, omdat ik weet dat dat de snelste manier is om verder te kunnen.
Ik hoop dat we gauw weer naar school mogen. Dat afstandsleren is best leuk, maar het weegt niet op tegen lesgeven in een lokaal. Ik wil mijn leerlingen weer échte schouderklopjes kunnen geven als ze goed gewerkt hebben. Of écht de klas uitsturen, mochten ze daar om vragen.
Berber Bouma
Docent Nederlands en Godsdienst
Sinds: 2006
School: Ichthus College Kampen
Werkervaring: Noordgouw, Hattem (2006-2014), Thomas a Kempis College/CSE Zwolle (2014-2015)
Vindt leuk: Fotograferen, lezen, schrijven, badmintonnen, wandelen