Onderwijsmagazine

‘Niemand spijbelt meer’

Zo komen ze alle vier momenteel beperkt op school. Voor Juup Leis, Studentenraadslid en derdejaarsstudent Evenementenorganisatie in Zwolle, betekent dit dat hij alleen donderdag en vrijdag zijn klasgenoten ziet. Al is hij de overige dagen wel op school te vinden: ‘Thuis ben ik niet gefocust, daar is te veel afleiding.’ Dat geldt ook deels voor klasgenoot Pelle Klappe: ‘Ik haal meer uit mijn schooldag als ik in een andere omgeving zit.’

Juup en Pelle

Tegelijk hoort Juup dat veel studenten het thuiswerken juist wel fijn vinden. ‘Die willen dan eerder naar huis omdat ze niet kunnen werken in een volle klas.’ Iets wat Marnix Achtereekte, eerstejaarsstudent Facilitair Leidinggevende en vicevoorzitter van de Studentenraad, herkent: ‘Ik werk thuis geconcentreerder.’ Toch is hij vermoeider na een hele dag thuis: ‘En dat komt niet alleen doordat ik in een nieuwbouwwijk woon waar de buren net hun huis bouwen. Op school is de sfeer wat meer ontspannen, er is meer sociaal contact.’

Dinsdags op stap

In tegenstelling tot Marnix, Juup en Pelle komt René Groot, Studentenraadslid en derdejaarsstudent Software Developer in Raalte, eigenlijk helemaal niet meer op school. ‘Ik zie dus vrijwel niemand. Voor corona ging ik dinsdags altijd met de trein op stap, ik keek wel waar ik uitkwam. Omdat ik nooit echt op vakantie ben geweest was dat voor mij een soort van compensatie. Reizen kan nog steeds, maar een mondkapje zie ik niet zo zitten. Dat ik nu veel thuiszit, heeft een behoorlijke impact op hoe vrolijk ik ben.’

Marnix snapt dat: ‘Had je mij drie jaar geleden verteld dat ik school als hoogtepunt van de week zou gaan zien, had ik je echt vierkant uitgelachen. Maar de horeca is dicht, er zijn geen evenementen, dus school is langzamerhand het sociale hoogtepunt. Daar gebeurt wat, je komt mensen tegen.’ ‘Voor ons zijn die schooldagen bijna feestdagen’, stelt Juup. ‘Wij zijn een hechte klas, maar de binding wordt zo helaas wel minder.’

René merkt dat iemands specifieke kenmerken nu meer naar voren komen. ‘Wie normaal gesproken meer inzet toont, doet dat nu ook meer. En andersom: een digitale les sla je dan makkelijker over, een uurtje langer in bed blijven is ook aantrekkelijk.’ Pelle constateert dat bij hen niemand meer spijbelt. ‘Zit je thuis dan volg je de lessen gewoon. Voor corona zaten mensen vaak vermoeid of chagrijnig in de klas. Dat gebeurt niet meer, het plezier in school is toegenomen.’

Marnix

Duidelijke lijn

‘Bij ons is er een duidelijke lijn in de communicatie, brieven kloppen en zijn zo geschreven dat studenten ze begrijpen. Daar denken wij ook over mee, wij geven feedback op plannen die het regieteam Corona heeft gemaakt en houden zo op beleidsniveau de studentenbelangen in de gaten. We kijken bijvoorbeeld of een brief voor studenten te begrijpen is.’

De studentenraad heeft tot nu toe geen noemenswaardige klachten ontvangen over de Landstede Groep-aanpak. ‘Je hoort wel eens dat het vervelend is, maar verder past iedereen zich aardig aan’, zegt René. ‘En bovendien: goed voorbeeld doet volgen’, zegt Marnix. ‘Vraag je als school dat je docenten zich goed aan de regels houden, dan werkt dat door.’

Marnix vervolgt: ‘De meeste coronagerelateerde klachten zijn dan ook binnen de – aan opleidingsclusters gekoppelde – studentenpanels op te lossen. Denk aan een verplichte, onlogische looproute. Of wat meer verspreide pauzetijden, zodat niet alle lessen op dezelfde tijd beginnen. Pas als het panel het probleem niet op kan lossen, komt het bij ons terecht.’

Meer vooruitdenken

Wat René graag zou willen, is dat er meer vooruit wordt gedacht. ‘Je weet dat de maatregelen tijdelijk zijn, maar hoe lang is tijdelijk?’ Een stageplek vinden bijvoorbeeld is heel lastig. Hij zocht zelfs in de buurt van Zaandam, waar zijn vader woont. ‘In Amsterdam hadden maar vier bedrijven mogelijk een stageplek.

Bij wat ik doe, kun je niet thuiswerken. Je hebt te maken met gevoelige data en het werk moet onder toezicht gebeuren.’

‘Als er nu al een back-upplan zou liggen, dat je bijvoorbeeld een vervangende opdracht mag doen als je geen stageplek hebt, dan weet je waar je aan toe bent’, oppert René. Alleen zijn de scholen hiervoor afhankelijk van landelijk beleid, weet Marnix. Hij licht toe: ‘JOB, de landelijke belangenorganisatie voor mbo’ers, is betrokken bij alternatieven voor stage. Kijk, ik zit in het eerste jaar, ik haal mijn diploma wel een keer. Maar voor mensen die examens moeten doen en stage moeten lopen, zijn het onzekere tijden.’

René

Lopendebandwerk

‘Ja, want als er geen passende oplossing komt voor de stage, dan ben je je jaar kwijt’, beaamt René. Dus ik hoop op die vervangende opdracht. Op langer doorgaan zit ik niet te wachten, ik wil graag geld gaan verdienen en daarna naar het hbo. Naast die onzekerheid is er ook nog de examendruk. Dat, met wat persoonlijke dingen, maakt het er niet makkelijker op.’

Juup herkent die grote druk: ‘In die paar weken tussen de herfst- en kerstvakantie doe ik zo’n twee examens per week. Het wordt bijna lopendebandwerk. En dan is er nog het eindproject dat af moet voordat je überhaupt op stage mag.’

Geen van de studenten verwacht dat alles binnenkort weer ‘normaal’ is en ze het jaar met een groot feest kunnen afsluiten. ‘Maar kan het niet dan zij het zo’, zegt Pelle. Juup: ‘Maar we hopen wel dat we het jaar goed en mooi met elkaar kunnen afsluiten.’