Onderwijsmagazine

Alles op alles voor een stageplek: ‘Veel bellen, mailen, chatten’

Alles op alles voor een stageplek: ‘Veel bellen, mailen, chatten’

Een stageplek in het buitenland ligt even lastig, want veel landen zitten ‘op slot’ vanwege COVID-19. In eigen land valt echter nog best iets te regelen, blijkt uit de verhalen van onze BPV-coördinatoren. Met maatwerk en creativiteit kom je een heel eind. ‘Maar het is wel tijdrovend.’

Vanwege het coronavirus is het slechts weinigen gelukt om over de grens een geschikte plek voor BPV te vinden, vertelt Udo Lut. Hij is beleidsmedewerker Wereldburgerschap & Internationalisering bij de Dienst Onderwijsondersteuning. ‘Landstede Groep werkt veelal via intermediairs.

Dat zijn buitenlandse organisaties die een stage regelen, vaak in combinatie met een accommodatie. Bedrijven willen graag onze studenten ontvangen, maar ja…’  Alleen studenten van Vrij & Gastvrij en Groen & Dier kunnen nog in het buitenland terecht. Udo probeert steeds maatwerk te bieden.

Als een adres groen licht geeft, kan een student ‘gewoon’ naar het buitenland. ‘Het opleidingsteam en de coördinator internationalisering van de school onderzoeken of het veilig genoeg is. Er is een checklist opgesteld en alle vragen moeten positief worden beantwoord.’

Online vragen stellen

Studenten gemotiveerd houden kost wel iets meer moeite, vertelt Udo. Goede informatie en voorlichting is belangrijker dan ooit. Daarom is er op 12 en 13 november een webinar georganiseerd, waar intermediairs aan deelnamen. Daar hoorde ook online voorlichting bij over IBPV, internationale beroepspraktijkvorming. ‘In de avond van 12 november gaven de coördinatoren Internationalisering een algemene voorlichting over de buitenlandse BPV via Teams. Op vrijdag konden studenten nog een keer online vragen stellen aan een van de intermediairs.’

Intermediairs denken ondertussen na over alternatieve stages middels allerlei online diensten, vertelt Udo. Studenten die via ‘virtual mobility’ een opdracht doen voor een internationaal bedrijf, bijvoorbeeld. ‘En studenten van de opleidingen Luchtvaartdienstverlening en Sport & Bewegen zijn een online uitwisseling met een school uit Indonesië gestart.’  

Soepele zoektocht

In de eigen regio gaat het vinden van een stageplek gelukkig nog wat eenvoudiger. Vanuit de locatie Dronten zijn stagebegeleiders Hester Vroegop en Dianne Smit nauw betrokken bij de BPV. ‘De zoektocht gaat tot op heden nog redelijk soepel’, vertellen ze monter. Beter dan verwacht. Dianne en Hester zijn open richting studenten. De beperkte mogelijkheden worden eerlijk besproken en dat stelt de verwachting al iets bij. ‘We laten de student eerst zelf kijken naar een stageplek, hier hebben ze de eerste periode voor’, vertellen ze. ‘Halverwege kijken wij met de studenten mee die nog niks hebben. Zo van: hoe komt dit? Daarna helpen we de studenten een handje mee.’ De kans op succes verschilt per niveau (mbo 1 of 2) en per student, leggen ze uit. ‘Maar ook hier geldt: het is begeleiding op maat.’ 

Juiste match

Binnen de verkoop/retail (mbo 1 entree) is meestal wel een plek te vinden, merken Dianne en Hester. ‘We zoeken naar een juiste match tussen het bedrijf en de student. Soms is dat even puzzelen. Dat gebeurt meestal in samenspraak met het bedrijfsleven en de student.’ Vooral bij de opleidingen in de bouw (mbo 1 Assistent Installatie- en Constructietechniek en Assistent  Procestechniek en mbo 2 Servicemedewerker gebouwen (SMG) kost het meer moeite om een geschikte plek te vinden. Daar zijn ze wat terughoudender. ‘Omdat zij vaak met studenten in een bus zitten, op weg naar een klus. Op de bouw moeten ze ook vaker een op een samenwerken.’

Leerwerkmakelaars

Als er niets is gevonden, dan schakelen de begeleiders leerwerkmakelaars (LWM) in. Zij zoeken  een oplossing voor studenten met een afstand tot de arbeidsmarkt. De zogenaamde leerwerkplekken.’ Hester en Dianne hebben dit project sinds 2017 samen vormgegeven. Het is inmiddels volledig geïntegreerd binnen mbo Landstede Dronten. 

Juist in deze tijd loont het de moeite om korte lijnen te hebben richting het bedrijfsleven, merken Hester en Dianne. Hun regio is groot. Desondanks kennen ze veel bedrijven in de gemeenten Dronten, Lelystad, Almere, Kampen, Zwolle, Harderwijk en Emmeloord. ‘En de bedrijven kennen ons. We weten wat we van elkaar verwachten. Dat werkt heel prettig.’ 

Voorkeursbedrijven

Een stageplek vinden vereist veel flexibiliteit, merkt BPV-coördinator Hayo van der Kamp (Leisure & Hospitality, Zwolle). ‘Het is dit jaar een tijdrovende klus. Stages waarvoor contracten zijn opgesteld, worden ineens geannuleerd. Bovendien moeten we creatief zijn als studenten niet terecht kunnen bij hun voorkeursbedrijven.’

In de toeristisch recreatieve bedrijfstak is desondanks veel mogelijk, vertelt hij. ‘Omdat bedrijven ook de noodzaak inzien dat studenten hun opleidingen kunnen afronden, ondanks alle maatregelen. We zien helaas wel dat veel zakelijke hotels geen of nauwelijks stages kunnen bieden. Daar is de bezetting ernstig terug gelopen door corona. Ook de luchtvaartsector krijgt flinke klappen. Veel stages zijn daar geannuleerd. Voor deze studenten zoeken we alternatieve plekken bij vakantieparken en campings. Dat lukt vooralsnog redelijk, maar ook hier is inmiddels weinig beschikbaar.’

Studievertraging

Stages worden vooral ontwikkelingsgericht, merkt Hayo. Helaas zullen studenten in een aantal gevallen studievertraging oplopen. Dat is natuurlijk jammer. Maar hij maakt zich vooral zorgen over het mentale aspect. ‘We proberen zelf positief te blijven, maar we merken dat het vele online contact niet de juiste uitwerking heeft. Het veroorzaakt een sociaal isolement waar studenten maar moeilijk uit komen. Dit zijn niet de studenten voor online onderwijs. Ze willen écht contact en zijn servicegerichte mensenmensen.’

Bellen, mailen, chatten

Stagebedrijven denken gelukkig goed mee, merkt Hayo. ‘Mooi voorbeeld is dat van een luchtvaartstudente die haar stage in een zakelijk hotel als rook voor de zon zag verdwijnen. Gelukkig wilde Kampeercentrum de Beerze Bulten haar graag een plek bieden bij de receptie. Maar zij moesten eerst met spoed een erkenningsuitbreiding regelen via het SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, red.). Dus veel bellen, mailen, chatten om één student op stage te laten gaan. Toch was het binnen twee weken geregeld.’

Voldoende plekken

Zeker negen van de tien studenten vinden zelfstandig een stageplek in deze periode, vertelt Gerard van der Staaij, BPV-coördinator bij Handel & Commercie in Zwolle. ‘Bij de opleidingen Retail niveau 2, 3 en 4 en Junior Accountmanager zijn nog voldoende plekken. Bij de opleiding Marketing Medewerker kost het iets meer moeite.’  

Studenten zoeken eerst zelf hun weg via de website stagemarkt.nl. ‘Als het niet lukt, is er intensief contact met de coach of de BPV-coördinator van de opleiding. Zij zoeken mee.’ Waar nodig schakelen zij de hulp in van SBB. Dan is er aanvullende ondersteuning, legt Gerard uit. Stagebedrijven zetten alles op alles om de stages van de student door te laten gaan, is zijn ervaring.

Roet in het eten

Ook Marian Soepenberg merkt hoe de zoektocht naar stageplekken soms veel energie kost. Ze is teamleider Gezond & Wel bij Landstede Salland in Raalte. ‘De kinderopvang zat een tijdlang dicht, bijvoorbeeld. Dan heb je gewoon geen stageplekken. Maar ook bij ICT-bedrijven is het een stuk minder dan andere jaren. Veel mensen werken thuis, kantoorafdelingen staan leeg. Dus ook het ICT-gebeuren is gewoon anders. Het zijn zo maar een paar voorbeelden, maar het vergt inderdaad meer zoektijd.’

Je zou zeggen: juist de zorgsector kan wel een paar extra handen gebruiken. Toch is het ook daar zoeken naar een stageplek. ‘Zorginstellingen komen nauwelijks toe aan de begeleiding. Ze willen wel, maar kunnen het er even niet bij hebben’, vertelt Soepenberg. Vooral studenten die buiten in het ‘groen’ werken, komen nog redelijk makkelijk aan een adres. ‘Ik zit niet natuurlijk bij alle gesprekken in de koffiekamer. Maar je probeert dit als collega’s onderling op te lossen. In je eigen team of samen met andere teams. Daar zijn we in Raalte wel goed in.’

Praktijk nabootsen

Docenten kijken ook vaker in hun eigen netwerk of ze nog een plek weten, merkt Soepenberg. ‘Maar iemand die alles moet leren over grote machines en het telen van verschillende gewassen is toch het beste af als hij de grens over gaat. Als dat niet lukt, dan bedenken we een vervangende opdracht waarin we de praktijk zoveel mogelijk nabootsen.’

Studievertraging vanwege gebrek aan stageplekken speelt nog niet of nauwelijks, merkt Soepenberg. ‘Uiteindelijk lukt het. Is het niet links-, dan wel rechtsom. Dat is het voordeel van Salland: we zijn als onderwijsinstelling onderdeel van een hecht netwerk waarin we vele bedrijven zeer goed kennen. Dat praat makkelijker als je maatwerk vraagt. Gelukkig staan we al jaren goed aangeschreven. Daar zal het niet aan liggen…’