Onderwijsmagazine

Hello: Christiaan Harbers, docent aardrijkskunde

Wie ben je, wat doe je?
‘Ik ben Christiaan, 25 jaar oud en werk als docent aardrijkskunde bij JenaXL in Zwolle-Zuid. Dit is mijn eerste jaar. Ik kom uit een sportieve familie en wilde eerst gymdocent worden. Maar eenmaal op de opleiding vond ik het toch te beperkt. Daarna deed ik een jaartje pabo, maar ook dat was ’ t niet. Uiteindelijk viel bij het vak aardrijkskunde alles samen. Niet zo gek, want toen ik zelf nog op de middelbare school zat, ging ik juist bij die les helemaal vooraan zitten.

Ik heb een vriendin en we denken aan samenwonen. Nu woon ik nog bij mijn ouders in Gorssel, een mooi dorp bij Deventer. Het is wel een stukje rijden naar school, maar ik ga via de dijk. Dan slinger je zo langs de uiterwaarden naar Zwolle. Voor mij is dat ook een goede manier om de werkdag te beginnen of juist af te sluiten. Muziekje aan, even alles doornemen. Echt prima, zo’ n ritje.’

‘Pas als je vrienden krijgt,

wordt school leuk’

Hoe was je zelf als leerling?
‘Ik heb de middelbare school niet als een hele fijne periode ervaren. Grappig genoeg heb ik er juist deze week met een paar leerlingen over gesproken. Over die eerste paar jaar. Er waren toen een paar klasgenoten die mij hebben gepest. Zoiets werkt ook niet mee, natuurlijk. Pas als je vrienden krijgt, wordt school leuk, is mijn ervaring.

Vroeger bij mij op school vertelden ze wel dat het belangrijk was om kennis te vergaren. Hoe meer je weet, hoe meer deuren er later open gaan. Dat soort uitspraken nam ik wel ter harte. Maar ik had niet meteen allerlei dwingende ambities. Pas toen ik werd gevraagd om aan kinderen volleybaltraining te geven, viel bij mij het kwartje. Zo van: Hey, anderen iets aanleren en vanuit je passie iets overbrengen, is eigenlijk best leuk. Zo is dat gaan groeien…’

Waarom koos je voor het onderwijs?
‘Ik wil jongeren graag nieuwsgierig maken, zodat ze zelf vragen gaan stellen. Iets nieuws leren is gewoon geweldig. Maar je moet wel begrijpen waarom je het moet weten. Ik doe mijn best om dat goed uit te leggen. Ja, die context is belangrijk. Het is handig dat je dit weet, want… Dan krijgt het ook betekenis.

Het begint met persoonlijke interesse. Je wilt eerst zelf weten hoe al die wonderlijke dingen in elkaar steken. Vanuit die kennis en dat enthousiasme probeer ik leerlingen te motiveren. Toch ben niet het type docent dat de hele dag door wil laten horen wat ie allemaal weet’ . Juist niet. Misschien trap ik nu op teentjes, maar dat vind ik een bijzonder ergerlijke manier van doen.

Ik heb het wel geprobeerd, maar lesgeven aan kleine kinderen biedt mij te weinig uitdaging. Dan is de lesstof te beperkt. Binnen JenaXL richten we ons steeds vaker op experience. Dus: beleven en ervaren. Niet vanuit boeken, maar meer vanuit projecten. Ik heb daar zelf ook modules voor gemaakt. Bovendien ben ik stamgroepleider van een combinatieklas. Het is bij elkaar een heel programma en ik ben nog maar net begonnen, maar het is echt interessant.’

Wat is ervoor nodig om dit eerste jaar te laten slagen?
‘Gezien de huidige situatie rondom COVID-19 zou ik enorm opgelucht zijn als we tot aan het einde van het schooljaar fysieke lessen houden. Dus echt in school. Want thuisonderwijs biedt niet hetzelfde resultaat. Voor mijn vakgebied is experimenteren en zelf doen – met daarbij die persoonlijke begeleiding – enorm belangrijk. Dat lukt niet vanachter een schermpje. Althans, je krijgt dan maar een deel mee.

‘Experimenteren en zelf doen

is enorm belangrijk’

Als docent doe je het allemaal voor de leerlingen. Dat zij mijn lessen waarderen, is voor mij het hoogst haalbare. Ik ben ook blij met hun feedback. Ik zoek die input zelf op, door vragen te stellen tijdens een gesprekje. Vanuit school mogen daar nog wel meer mogelijkheden voor komen, wat mij betreft. Enquêtes etc. Dat je direct hoort of leerlingen iets missen. Daar moet je helemaal niet moeilijk over doen: er is geen betere manier om lessen aan te passen en te verbeteren.’

Wat wil je dolgraag leren van ervaren docenten?
‘Tijdens mijn opleiding is niet of nauwelijks aandacht besteed aan alle extra taken die je als docent op je bordje krijgt. Hoe werkt dat eigenlijk als je mentor wordt? Zoiets moet je in de praktijk uitvinden. Dus dan zijn tips en hulp van ervaren collega’ s onmisbaar.

Binnen school is veel aandacht voor onze drukke agenda. ‘ Je moet niet steeds gaan overwerken hoor!’  Dat hoor ik vrij vaak zeggen. Ik knoop dat zeker in mijn oren. Ik zie het ook om mij heen. Bij elke school zijn wel collega’ s die langzaamaan terugkomen na een periode van burn-out. Dat zegt wel iets.

School is belangrijk,
maar er is meer in het leven

Altijd ja zeggen is best verleidelijk, zeker nu ik aan het begin sta en nog thuis woon. Zo van: ik hoef mijn eigen potje nog niet te koken, dus ik kan er nog wel wat bij hebben. Maar ik bewaak ook mijn privéleven. In het onderwijs ligt er zo’ n berg werk dat je elk weekend wel aan school kunt besteden. Maar dat gaan we niet doen. Mijn vriendin heeft een vaste baan en we zoeken nu ergens naar een eigen plekje. Dat geeft al wel wat balans: ik vind school enorm belangrijk, maar er is meer in het leven.’

Wat kunnen ervaren docenten van jou afkijken?
‘Ik ben creatief en zet dat ook in bij mijn lessen. Ik heb vroeger veel in het bos gespeeld. Hutten bouwen en zo. In mijn schoolopdrachten laat ik dat nu terugkomen. Dan zeg ik: Ga het maar maken. Zoek maar uit waarom iets wel of niet lukt. Ik denk dat oudere docenten toch eerder naar de boeken grijpen. Misschien dat mijn creatieve ideeën het leren soms net iets spannender kunnen maken.

Het is niet alleen maar buiten iets knutselen of bouwen. Ook online kun je experimenteren met quizjes en praktijkopdrachten. Je hebt prachtige websites vol data over allerlei natuurontwikkelingen. Aardbevingen, tornado’ s; verzin het maar. Als je dat combineert met wat theorie en leerlingen zelf iets laat volgen en uitzoeken, dan komt de echte wereld veel dichterbij.’

Wat doe je allemaal om ‘een beetje fris’  te blijven?
‘Dat zit voor mij vooral in de actie. Dingen doen. Plekken opzoeken. Niet alleen thuisblijven en op de bank hangen, maar op tijd afleiding zoeken. Dus ook met vrienden weg of even de stad in. Ik werk al tien jaar in de horeca. Nog steeds doe ik dat een à twee avonden per week. Ik heb die afwisseling nog wel een beetje nodig, merk ik. Geen idee hoelang ik dat blijf combineren, maar het is gewoon leuk werk in een mooi restaurant bij ons in het dorp. We serveren daar van alles. Van schnitzel tot asperges. Ik kom daar ook veel mensen tegen waarmee ik weer andere gesprekken voer dan binnen school. Best prettig eigenlijk.’

Welke hobby of passie komt jou als docent goed van pas?
‘Vroeger heb ik veel geknutseld. Mijn moeder was kledingontwerpster en er lagen altijd lapjes en dingen in huis. Ook kocht ze speciaal knutselmateriaal, zodat ik zelf iets kon knippen en plakken. Ik was altijd bezig. Weer een nieuw kartonnen huisje voor onze knaagdieren. Of een jasje voor de cavia. Ha,ha,ha. Dingetjes bedenken, oplossingen verzinnen; dat is ook handig binnen het onderwijs. Ik kan heel snel een project uitdenken waarbij iets praktisch wordt gevraagd aan leerlingen. Laat maar zien hoe jij dat maakt.’

‘Aardrijkskunde is het mooiste vak’

Wat zou je schrijven in een brief aan de minister van Onderwijs?
‘Het ligt voor de hand om te gaan klagen, maar ik zou het liever over iets positief hebben. De werkdruk verlagen, salarissen verhogen; die boodschap zal de minister nu zo onderhand wel kennen. Maar ik wil wel iets vertellen over hoe mooi het vak is. Hoeveel plezier het mij geeft om leerlingen met vragen bezig te zien gaan. Uiteraard ook iets over aardrijkskunde en waarom dat het mooiste vak is dat er bestaat. Dat zou ik wel meer naar buiten willen brengen. Met goeie voorbeelden erbij.’

Wat vind je prettig aan deze coronaperiode?
‘Ik vind het helemaal geen fijne tijd, maar je gaat het gewone en normale wel meer waarderen. Neem de fysieke lessen: nu pas zie je hoe waardevol die zijn. Online onderwijs biedt allerlei mogelijkheden, maar er gaat niets boven een lesruimte waar iedereen bij elkaar zit. Dat stimuleert meer dan digitaal contact. Ook als docent haal je veel meer uit een gewone les. Het is gezelliger en je kunt elkaar gemakkelijker ondersteunen.’

Wat is je lijfspreuk?
Niet is onmogelijk als je dingen wilt leren en ontdekken. Die boodschap geef ik graag aan mijn leerlingen mee. Niet bang zijn om te falen, maar gewoon doen. En wat je doet, doe je vanuit passie en met inzet. Garantie op succes krijg je niet, maar op deze manier zit je wel op de goede weg. Dat geldt ook voor mij als docent. Ik ben nog maar net begonnen, maar ik hoop dat ik die energie en spirit kan vasthouden.’

 

Oproep

Zit jij als docent aan het begin of aan het einde van je loopbaan? En werk je bij een opleiding of school die onderdeel is van Landstede Groep? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Neem contact op via redactie@zinmag.nl of bel/app 0628364207.