Onderwijsmagazine

Hoe hybride leren werkt in de praktijk: mbo-studenten StartCollege leren bij Hotel de Heerlickheijd

We staan in ontbijtzaal Markies, waar de 17-jarige Evelina voorzichtig aan de punt van een chique servet trekt. Het mes moet precies bij het logo. En het glas kan nog een tikkie verder, merkt ze. Alles helemaal in verhouding. Top! Deze tafel is klaar voor de eerste gasten. Maar ze moet de hele rij nog, dus het wordt wel even aanpoten. Verderop houdt praktijkbegeleider Hessel Dalhuizen bij een tafeltje een hoog wijnglas tegen het licht. Hij geeft uitleg aan Abel; 17 jaar en eveneens entreestudent bij StartCollege. Evelina en Abel doen mbo niveau 1 en wonen nog maar een paar jaar in Nederland; Evelina komt oorspronkelijk uit Litouwen en Abel uit Eritrea.

Evelina

De taal blijkt vooral voor Abel nog een barrière, maar hij doet zijn best. Van alle etiquette rondom de tafelschikking weet hij nog niet zo veel; momenteel werkt hij in de keuken. Toch pakt hij de instructies vlot op, merkt Suus Ketelaar, assistent-restaurant manager. Zij kijkt met een kritisch oog mee. Haar collega Hessel zegt: ‘We geven ter plekke uitleg over alle onderdelen. Ze kunnen het meteen oefenen en daarna zelf in de praktijk brengen. Dat is heel anders dan eerst de theorie leren en pas veel later een keer stage lopen.’

Borden, glazen, bestek

Opvallend genoeg is Hessel zelf ook nog student; hij doet een managementsopleiding voor de horeca bij Hotelschool Amersfoort. Dat is mbo niveau 4. Hij blijkt geknipt voor de praktijkbegeleiding. ‘Ik houd ervan om dingen uit te leggen. Al moet het vier keer achter elkaar; het belangrijkste is dat iemand weet wat-ie moet weten. Dus we pakken alle onderdelen erbij – borden, glazen, bestek - en doen het voor: zo dek je een tafel.’ Voor ‘de Heerlickheijd’ zit daar ook wel druk achter, want naar gasten toe kan het hotel geen half werk leveren. ‘Het moet goed zijn. Studenten mogen daarna zelfstandig aan het werk, maar uiteraard blijven wij altijd in de buurt.’

Abel, Hessel en Evelina

Ineke Arends, programmamanager bij het StartCollege, legt uit hoe de pilot is ontstaan. ‘Een belangrijk deel van het mbo gaat over de praktijk, maar nog altijd zijn er meer leslokalen dan praktijkruimtes. Dus daar is een verandering noodzakelijk.’ Je hebt de klassieke, schoolse manier van kennis verwerven en je hebt de vaardigheden die je leert in de praktijk, vertelt Ineke. ‘Die twee werelden willen we dicht bij elkaar brengen, om de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven zo klein mogelijk te maken. Vaak ervaren studenten pas in de praktijk of ze iets met een beroep kunnen en willen. Dus hoe eerder je dat ontdekt, hoe beter. Studenten krijgen hier directe feedback en het professioneel bezig zijn voedt hun zelfvertrouwen. We zien in korte tijd veel groei en het is ook meer leren vanuit intrinsieke motivatie.’

Coach

De instructie en begeleiding komt vanuit ‘de Heerlickheijd’. Maar daar houdt het niet mee op. Het bijzondere aan dit project is de coaching en het onderwijs dat het StartCollege op locatie biedt, legt Jasper Bovendeert uit. Hij is doorstroomcoach bij het StartCollege en dagelijks aanwezig in het hotel, waar de school een eigen lesruimte heeft; feitelijk een van de 25 vergaderzalen. Jasper begeleidt ook stagiaires die op allerlei niveaus werkzaam zijn bij dit hotel.

Evelina, Abel en Jasper

Als Jasper op woensdag de entreestudenten begeleidt, dan begint en eindigt hun dag in de lesruimte. Ook tussendoor geeft hij uitleg aan studenten; deels op basis van een werkboek met theorie, deels vanuit de input via de praktijkbegeleiders van ‘de Heerlickheijd’. Met andere woorden: als duidelijk is dat de studenten bepaalde theorie missen, kan Jasper direct een les verzorgen. ‘Het blijft een vorm van onderwijs en dat is ook de veiligheid die we willen bieden: je bent hier in de eerste plaats om te leren, maar dat doen we in een praktijksetting.’

Takje peterselie

In de keuken van het hotel snijdt Mark Deuring een harde worst in stukjes. De hotelkok laat Abel zien hoe je dat veilig doet; vingertoppen naar binnen en niet heel hard met het mes drukken. ‘Je moet snijden en het mes het werk laten doen, net als bij het zagen.’ Abel oefent rustig verder. Even later mag hij ook takjes peterselie klaarmaken voor de garnering. Voorzichtig plukt hij aan de groene uiteinden. Abel wil later kok worden en vindt het geweldig om het vak in de praktijk te leren. Geduldig luistert hij naar alle aanwijzingen van Mark. Het moet gezegd: in de keuken ligt het werktempo hoog. Dat geeft de nodige stress en niet iedereen kan daarmee omgaan, merkt Jasper. ‘Maar ik leer de studenten om op tijd dingen aan te geven en vragen te stellen. Uiteindelijk ben ik er ook voor om die bescherming te bieden; er moet gewerkt worden, maar fouten maken mag in deze fase.’

Mark en Abel

Je kunt het hybride leren op verschillende manieren inrichten, weet Ineke. ‘Maar hier is het gebeurd op een manier die ons waarschijnlijk heel goed gaat bevallen. Dankzij de eerste goede resultaten richten we ons nu ook op mbo niveau 2, zodat er een doorgaande leerroute komt richting die belangrijke startkwalificatie. Want daar doen we het voor; zorgen dat studenten een vak leren en dat papiertje krijgen.’ Studenten hebben een werkboek en daarin staan alle competenties benoemd die ze per onderdeel moeten oefenen. Zowel competenties vanuit de branche als vaardigheden die in het curriculum van school zijn opgenomen. Jasper vertelt: ‘Ook al volgen ze de opleiding in de Heerlickheijd, ze leren tegelijkertijd hoe het bij de meeste horecagelegenheden werkt. Dat laten we niet aan het toeval van de praktijk over.’

Links theorie, rechts praktijk

Ineke pakt het schema van de hybride leeromgeving erbij, in 2010 gepresenteerd door Ilya Zitter. Het is een zogeheten kwadrant; een cirkel verdeeld in vier gelijke delen. Links is theorie, rechts praktijk. ‘Dat moet dus geïntegreerd worden’, zegt Ineke. ‘In het kwadrant links bovenin gaat het om kennis verwerven op een schools manier. Dus allemaal theorie en in een lokaal.’ In het kwadrant daaronder zitten de groepsopdrachten, vertelt ze.

‘Nog steeds in een schoolse omgeving, maar meer richting het doen.’ De twee rechter delen gaan over de praktijk, legt ze uit. ‘Rechts bovenin gaat het om de uitleg in de praktijk. De begeleider geeft ter plekke instructie over hoe iets werkt. En daaronder is nog een kwart dat gaat over het werken aan authentieke taken. De student gaat zelf aan de slag en werkt samen met mensen uit de beroepspraktijk.’

Het schema komt meerdere keren terug in het gesprek en dat is voor niets. Ineke vindt het belangrijk om die vier onderdelen goed voor ogen te houden, want juist deze combinatie voegt waarde toe aan het onderwijs. Kort samengevat: een student ervaart de veiligheid van een schoolse omgeving, maar krijgt tegelijkertijd te maken met alle facetten van de beroepspraktijk.

Evelina en Light

Dat laatste is goed zichtbaar bij de student Light uit Putten. Ze volgt het onderdeel housekeeping, waarbij ze al vroeg in de ochtend begint met het schoonmaken en klaarmaken van de kamers; het hotel heeft er 127. Beddengoed afhalen, afstoffen, badkamer soppen en stofzuigen. Werkzaamheden die ze samen met een beroepskracht uitvoert. Haar praktijkbegeleider Henriëtte Vogel weet precies welke mensen ze aan elkaar moet koppelen. Daar komt een stukje ervaring en mensenkennis bij kijken, vertelt ze. Ook heeft ze een engelengeduld; ze legt desnoods drie keer hetzelfde uit. ‘Het is mooi om te zien hoe studenten groeien. Ook bij Light zien we dat terug. Ze was in het begin heel verlegen, maar nu vraagt ze ook zelf om advies.’

Alles netjes maken

Light merkt dat ze op haar plek zit. Ze heeft ook de reuring van de hotelkeuken al geproefd en dat was haar iets te hectisch. ‘Bij housekeeping kan ik lekker doorwerken en alles netjes maken. Daar houd ik van. Dat heb ik van huis uit meegekregen. Laatst werkte mijn toegangspasje niet bij twee kamers. Toen ben ik zelf naar de receptie gelopen om dat te regelen. Ja, dat durf ik nu wel.’ Haar werk wordt dagelijks geëvalueerd door Henriëtte en Jasper Even een gesprekje om de vorderingen te benoemen. Light: ‘Dan kijken we naar de punten die goed gingen en die beter konden. Ook daar leer ik van. Als ik iets fout doe, weet ik daarna precies hoe ik dat kan voorkomen.’

Evelina en Abel

In de brasserie komen de eigenaren van ‘de Heerlickheijd’ even poolshoogte nemen. Vanwege de coronacrisis zijn er nauwelijks gasten, maar Janette Sybrandy en Wim Snellaars hebben hun personeel opdracht gegeven om het hotel volledig op te tuigen. Alles is tiptop. Wim is blij met het pilotproject van het StartCollege, vertelt hij. ‘Ik loop al heel wat jaren mee in het hotelwezen en ik merk hoe lastig het is om goed personeel te vinden. Wij hebben 110 mensen op de loonlijst. Onder hen ook studenten uit het hbo en de universiteit die bijverdienen naast de studie. Zij leren dit vak ook in de praktijk; dat is toch de beste leerschool. In ons beroep draait alles om gastvrijheid en beleving; daar moet je feeling voor ontwikkelen. Nee, dat leer je niet uit een boekje.’

Logistiek en zorg

Deze vorm van hybride leren leent zich ook voor andere beroepsgroepen, zoals de logistiek en de zorg. Toch ziet Ineke nog wel haken en ogen: ‘Bij de Heerlickheijd zie je dat de omgeving al rijp is voor dit type onderwijs. Maar het valt en staat bij goede begeleiding in de praktijk. In de logistiek en de zorg is die werkomgeving  nog weer groter. Ook daar moet je op locatie vanuit school ondersteuning kunnen bieden. Dat vraagt het nodige maatwerk en dat bereiden we nu voor.’

Het is wel een arbeidsintensieve vorm van onderwijs, vertelt Jasper. ‘Momenteel begeleid ik vier studenten, terwijl je voor de klas gemiddeld zestien studenten lesgeeft. Uiteindelijk betaalt die aandacht zich terug, want je voorkomt op deze manier allerlei uitval. Het hybride leren geeft het extra zetje dat leerlingen zonder diploma nodig hebben. Ik vind het bijzonder hoopvol.’