Onderwijsmagazine

Examenleerlingen peppen elkaar op

‘Sommigen van onze vmbo-tl-leerlingen zien op tegen het examen, terwijl ze er heel goed voor staan, zegt docent Mink de Vries van het Agnieten College in Nieuwleusen. ‘Dat past ook wel bij de school en de regio: leerlingen zullen zichzelf eerder onder- dan overschatten.’ Geldt dat ook voor Isa Kouwen, Teun Keur en Wesley de Boer? Ze verwachten wel dat ze slagen, maar zeker weten ze het natuurlijk nooit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Isa Kouwen (16) ‘Zonder corona zit je op school vlak naast elkaar en kun je goed overleggen. Ook moet alles op school meteen. Dat was nu heel anders. Daarom vond ik thuis werken ook wel fijn. Thuis kun je in je eigen tempo werken en zelf bepalen wat je wanneer doet.’

Teun Keur (15) Corona? Dat had niet gehoeven wat hem betreft. ‘Je mist nu gewoon heel veel. Ik ben iemand die tussen de mensen moet zijn. Natuurlijk goed dat die anderhalve meter er is, begrijp me niet verkeerd, maar het is gewoon wel jammer.’

Wesley de Boer (15) De docenten hebben volgens hem alles gedaan wat ze konden. ‘Maar we konden minder groepsopdrachten doen. Ook al leer je van zelfstandig heel veel, als je in groepjes werkt leer je ook van elkaar. Omdat het je klasgenoten zijn, sta je daar wat meer open voor.’

Het schooljaar zit er alweer even op voor de drie vmbo-tl’ers. De vrijdag voor de meivakantie was de laatste schooldag, alle examenleerlingen zijn toen ‘officieel’ uitgezwaaid met cakejes, cola en als herinnering een trui van het Agnieten College. Als afsluiting vormden alle leerlingen buiten een lange slinger. Hand in hand, maar – coronaproof – van elkaar gescheiden door bezemstelen die ze aan de uiteinden vasthielden. Een drone filmde het gebeuren.

Goede voorbereiding

Op dat moment hadden de leerlingen ook al twee weken examentraining achter de rug: per vak twee keer drie uur. Na de meivakantie kwamen alle vakken nog een keer langs. ‘Drie uur achter elkaar hetzelfde vak: dat waren niet de meest spectaculaire lessen’, zegt Teun lachend.

Serieuzer: ‘Maar ik had er wel veel aan. Voor de proefexamens haalde ik goede cijfers, waardoor ik het idee kreeg dat het wel moet lukken. En je ziet wat je fout doet, dus daar steek je nog tijd in.’ Isa vond de training ook een beetje saai omdat je de twee uur dat je met het examen bezig was, stil moest zijn. ‘Maar ik ben nu wel goed voorbereid op het examen.’

Wesley, die als paardensporter de eerste trainingsweek miste vanwege een internationale wedstrijd, heeft er ook veel van opgestoken. Wat bijvoorbeeld? ‘Dat ik meer tijd moet nemen om de vragen goed door te lezen.’

Cijfers opkrikken

Zowel Isa, Teun als Wesley staan er goed voor. Al twijfelt Isa of ze voor de laatste toetsweek misschien iets eerder had moeten beginnen met leren en wat meer tijd had moet uittrekken voor de lastige vakken. ‘Maar ik sta overal nog voldoende voor, dus ik ga wel goed het examen in.’

Teun wilde die week zijn cijfers opkrikken. Is dat gelukt? ‘Ja, op een onvoldoende voor economie na. Verder heb ik allemaal mooie, hoge cijfers. Ook voor de mondelinge examens, daar ben ik wel blij mee. Voor Nederlands had ik iets van een 8,4 terwijl dat niet bepaald een makkelijk vak is voor mij.’

Bij Wesley ging Engels heel goed, en voor biologie – een lastig vak voor hem – staat hij nu gemiddeld een 5,5. Prima dus. Nederlands ging wat minder: ‘Je moest wat over een boek én de schrijver vertellen. Over dat laatste had ik wat te makkelijk gedacht. Toen ik van anderen hoorde wat hen tijdens het mondeling werd gevraagd, zag ik al dat dit niet helemaal goed zou komen.’

Eerste tijdvak

Net als Wesley en Teun doet Isa alle examens in het eerste tijdvak: ‘De leraren raden dat ook aan. En het is natuurlijk ook fijn dat je dan geen examens in de vakantie hoeft te maken.’ Ze zijn in de meivakantie al begonnen met leren. Teun: ‘Normaal ben ik iemand die op laatste moment begint, maar dat is nu zeker geen optie: het is toch het examen.’

Voor Wesley is het nog even afwachten of hij zijn laatste twee toetsen, biologie en Engels, in het eerste tijdvak kan maken. ‘Ik heb tegelijkertijd een internationale wedstrijd. Wel in Wierden, dus in de buurt. Mogelijk dat ik vanuit school meteen naar het concours moet of andersom.’

Geen stress

Of ze gaan slagen? ‘Zeker is een groot woord, maar ik heb er vertrouwen in’, zegt Wesley. Ook Teun en Isa gaan ervan uit dat ze het halen, ook al omdat ze bijvoorbeeld het extra vak mogen laten vallen. Van veel stress is dan ook geen sprake. ‘Voor het mbo sta ik er goed voor. Havo is wat spannender, maar dat zou ook moeten lukken’, zegt Teun.

Wesley heeft sowieso nooit last van nervositeit. ‘Dat kan ook niet bij de paarden, die voelen het als jij niet rustig bent.’ Een mental coach heeft hem hier een aantal jaar geleden bij geholpen.

Mink de Vries

Twee groepen leerlingen

Terugkijkend op het jaar constateert Mink dat er door corona twee groepen leerlingen zijn ontstaan. ‘Leerlingen die behoefte hebben aan ruimte, aan zelfstandigheid om goed te kunnen functioneren. Isa is daar een voorbeeld van. Daarnaast leerlingen die – door de onrust – duidelijke kaders en structuur willen, die liever een docent hebben die het hen voorzegt zodat ze niet na hoeven te denken want hun hoofd zit al zo vol. Vroeger zouden ze allemaal wat flexibeler reageren.’

En heb je het over karakters, dan verschillen leerlingen en docenten niet. Mink illustreert: ‘Bij de laatste toetsweek had ik vrijdag het schoolexamen van maatschappijleer. Maandag moesten de cijfers al ingevoerd zijn. Normaal zit daar een week tussen. Voor docenten die gewend zijn aan vaste structuren is dat lastig, voor flexibele docenten wat makkelijker. Ik val onder die laatste categorie. Ik pas mijn schema aan, ga gewoon wat schuiven.’